Wil je een familiesituatie in België regelen?

In het kort

Wil je een huwelijk, echtscheiding of vaststelling van een afstammingsband in België regelen? Dan moet je eerst nagaan of België daarvoor internationaal bevoegd is. Vervolgens ga je na welk recht van toepassing is. De internationale bevoegdheid van België en het toepasselijk recht worden geregeld door het familiaal internationaal privaatrecht (IPR). 

Is België internationaal bevoegd?

Een veelgestelde vraag is of een Belgische rechter of ambtenaar een familiesituatie met een internationaal element kan behandelen. Het antwoord hangt af van de soort familiesituatie.

Een huwelijk mag in België voltrokken worden als één van de toekomstige echtgenoten aan één van deze voorwaarden voldoet:

  • De persoon is Belg.
  • De persoon heeft een woonplaats in België.
  • De persoon heeft sinds 3 maanden een gewone verblijfplaats in België.

Dat staat in artikel 44 van het Wetboek IPR.

Volgens het familiaal IPR kan je een vordering tot echtscheiding instellen in België als één van de volgende voorwaarden van toepassing is:

  • De verweerder heeft een gewone verblijfplaats in België.
  • De echtgenoten hebben hun gewone verblijfplaats in België.
  • De laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten was in België en één van hen verblijft daar nog.
  • De verzoeker heeft al minstens 1 jaar een gewone verblijfplaats in België.
  • De verzoeker is Belg en heeft al minstens 6 maanden een gewone verblijfplaats in België.
  • Beide echtgenoten zijn Belg.
  • In geval van een gezamenlijk verzoek volstaat het dat één van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats in België heeft.

Dat staat in artikel 3 Brussel IIter Verordening.

Je kan een afstammingsband met een kind via erkenning laten vaststellen. Volgens het familiaal IPR kan je een kind in België erkennen in één van de volgende gevallen:

  • De erkenner heeft zijn woonplaats in België op het moment van de erkenning.
  • De erkenner heeft zijn gewone verblijfplaats in België op het moment van de erkenning.
  • De erkenner is Belg op het moment van de erkenning.
  • Het kind is in België geboren.
  • Het kind heeft zijn gewone verblijfplaats in België op het moment van de erkenning.

Dat staat in artikel 65 Wetboek IPR.

Geen exclusieve internationale bevoegdheid

In het familiaal IPR zijn er geen exclusieve bevoegdheidsgronden. Dat betekent dat er meerdere landen bevoegd kunnen zijn voor jouw familiesituatie. Je kiest zelf in welk van die landen je je familierelatie regelt.

Als Belg kan je bijvoorbeeld in België huwen, maar je mag ook kiezen om dat in het buitenland te doen. Dan krijg je een buitenlandse huwelijksakte die in België erkend kan worden.

Als je de familiesituatie niet in België kan of wil regelen, maar in een ander land, dan moet je naar het familiaal IPR van dat andere land kijken om te weten welk nationaal recht de familiesituatie regelt. 

Welk nationaal recht pas je toe?

Pas nadat je de vraag naar de internationale bevoegdheid hebt beantwoord, kan je de tweede vraag stellen: welk nationaal recht regelt de familiesituatie? Het antwoord op die vraag hangt af van de soort familiesituatie die je wil regelen.

Bepaling van de toepasselijke grondvoorwaarden

Om te weten of je überhaupt mag trouwen met je partner, moet je kijken naar de toepasselijke grondvoorwaarden van het huwelijk. Die grondvoorwaarden kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de minimumleeftijd of de maximale graad van verwantschap. 

Elke echtgenoot moet kijken naar het nationaal recht waarvan hij of zij de nationaliteit heeft om te bepalen aan welke grondvoorwaarden het huwelijk moet voldoen (artikel 46 Wetboek IPR). Het kan dus zijn dat voor de ene echtgenoot andere voorwaarden gelden dan voor de andere. Als bijvoorbeeld een Belgische vrouw huwt met een Nederlandse man, dan gelden voor mevrouw de Belgische grondvoorwaarden en voor meneer de Nederlandse.

Bepaling van de toepasselijke vormvoorwaarden 

Om te weten aan welke voorwaarden de huwelijksceremonie moet voldoen, moet je kijken naar de toepasselijke vormvoorwaarden. Het recht van de plaats waar je huwelijksceremonie plaatsvindt, bepaalt de geldigheid van de vorm waaronder het huwelijk voltrokken wordt. Het toepasselijke recht bepaalt bijvoorbeeld:

  • of en zo ja, hoe het huwelijk op voorhand moet worden aangegeven en aangekondigd
  • of een huwelijksakte moet worden overgeschreven
  • of een religieuze ceremonie rechtsgevolgen heeft
  • of een huwelijk bij volmacht mogelijk is

Dat staat in artikel 47 WIPR.

Je bepaalt zelf het toepasselijke recht

Je hebt als echtgenoten de mogelijkheid om een overeenkomst te sluiten waarin je het recht bepaalt dat van toepassing zal zijn op je echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Dat kan op elk moment tijdens het huwelijk en ten laatste op het moment dat de echtscheiding aanhangig wordt gemaakt bij de rechtbank. Je hebt de keuze tussen volgende rechtsstelsels: 

  • Het recht van de staat waar beide echtgenoten op het ogenblik van de sluiting van de overeenkomst hun gewone verblijfplaats hebben.
  • Het recht van de staat waar beide echtgenoten hun laatste gewone verblijfplaats hadden, als één van hen daar nog steeds verblijft.
  • Het recht van de staat waarvan één van de echtgenoten op het ogenblik van de sluiting van de overeenkomst de nationaliteit heeft.
  • Het recht van de staat waar de zaak aanhangig wordt gemaakt. 

Dat staat in artikel 5 van de Rome III Verordening

Je hebt het toepasselijke recht niet bepaald

Als de partijen geen overeenkomst over het toepasselijk recht hebben gesloten, bepaalt de verordening zelf het toepasselijk recht door een cascaderegeling: 

  1. Het recht van de staat waar de echtgenoten op het ogenblik van de aanhangigmaking van de zaak hun gewone verblijfplaats hebben.
  2. Het recht van de staat waar de echtgenoten hun laatste gewone verblijfplaats hadden, als dat verblijf niet meer dan één jaar voor de aanhangigmaking is beëindigd, en als één van de echtgenoten nog steeds in die staat verblijft op het moment van de aanhanigmaking.
  3. Het recht van de staat waarvan beide echtgenoten op het ogenblik van de aanhangigmaking onderdaan waren.
  4. Het recht van de staat waar de zaak aanhangig wordt gemaakt.

Die cascaderegeling staat in artikel 8 van de Rome III Verordening.

Bepaling van de toepasselijke grondvoorwaarden

De grondvoorwaarden bepalen aan welke voorwaarden je moet voldoen om de band met een kind vast te stellen. Het recht van het land waarvan de zogenaamde ouder de nationaliteit heeft op het moment van de erkenning of de geboorte, bepaalt de grondvoorwaarden. Dat vind je terug in artikel 62 Wetboek IPR.

Bepaling van de toepasselijke vormvoorwaarden

Op de vormvoorwaarden voor de erkenning van een kind is in België het Belgische recht van toepassing.

Dus als het nationale recht van een persoon bepaalt dat hij of zij een kind kan erkennen, dan kan de erkenningsakte in België op Belgische wijze worden opgesteld.

Voorbeelden

Hieronder vind je per familiale situatie een voorbeeldcasus.

Als een Marokkaanse man wil huwen bij volmacht, moet het recht van het land waar hij zal huwen dat toelaten. Huwen per volmacht is namelijk een vormvoorwaarde en op vormvoorwaarden is het recht van het land waar je wil huwen van toepassing. Als meneer in België huwt, zal hij niet kunnen huwen bij volmacht. In Marokko is dat wel mogelijk omdat het Marokkaanse recht dat toelaat.

Twee Grieken woonden samen in België. Ondertussen is een echtgenoot teruggekeerd naar Griekenland. Als de andere echtgenoot hier nog woont, kunnen ze in België scheiden.

Wanneer een Spaanse man zijn kind wil erkennen, zegt de verwijzingsregel in het Wetboek IPR  dat je moet kijken naar het nationale recht van de man. Het nationale recht van de man is dus van toepassing op de grondvoorwaarden. Meer zegt de verwijzingsregel niet. Het Spaans recht wordt aangeduid als het toepasselijk recht. Daarna moet je in dat Spaans recht opzoeken wat de voorwaarden voor de erkenning zijn.