Visum D om te huwen in België met Belg of derdelander

In het kort

Wil je naar België komen om te huwen met je partner? En wil je nadien gezinshereniging vragen? Dan moet je een specifiek D-visum vragen 'met het oog op het afsluiten van een huwelijk in België'. Na aankomst in België krijg je een A kaart geldig voor zes maanden. Binnen die termijn moet je huwen én gezinshereniging vragen. Je minderjarig kind kan ook een D-visum vragen en meereizen.

Voorwaarden en documenten

Bij de aanvraag van het D-visum moet je de volgende documenten voorleggen:

Je moet 229 euro betalen als bijdrage in de administratieve kosten voor de behandeling van je aanvraag. Tenzij je vrijgesteld bent. Lees hier meer over de vrijstellingen en procedure.

Jijzelf, of een derde persoon, schrijft dit bedrag over op bankrekening BE57 6792 0060 9235 van de Dienst Vreemdelingenzaken.

In de mededeling vermeld je je naam, voornaam, geboortedatum en nationaliteit. Voor de mededeling moet je volgende structuur gebruiken: NaamVoornaamNationaliteitDDMMJJJJ.

Je bewijst dat je de retributie betaald hebt met een bewijs van betaling, zoals een rekeninguittreksel of een stortingsbewijs met stempel van de post.

Je moet een geldig paspoort voorleggen of een daarmee gelijkgesteld reisdocument.

Je moet een kopie voorleggen van de Belgische identiteitskaart of het Belgisch verblijfsdocument van je partner in België. 

Jullie moeten beiden ongehuwd zijn. Je bewijst dat met een attest van ongehuwdheid. Of eventueel met een echtscheidingsvonnis of overlijdensakte (als je voordien al gehuwd was). 

Heb je een buitenlands attest of buitenlandse akte? Dan moet je die eventueel laten legaliseren of voorzien van een apostille. Ga dit na op de website van de FOD Buitenlandse zaken. Als de akte in een andere taal opgesteld is dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels, moet een beëdigd vertaler de akte vertalen. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen. 

Let op! Je moet het bewijs van ongehuwdheid ook voorleggen aan de Belgische gemeente waar je partner woont. Dat kan alleen als het vertaald is in de taal van die gemeente (zoals bepaald door de Belgische taalwetgeving). Voorbeeld: een Nigeriaans attest ongehuwdheid, opgesteld in het Engels, kan je gebruiken om een D-visum m.o.o. een huwelijk in België aan te vragen. Maar als je trouwt in Antwerpen moet het attest vertaald worden naar het Nederlands. 

Je moet een kopie voorleggen van de huwelijksaangifte in België. Die moet gebeuren vooraleer je het D-visum kan vragen.

Jij en je aanstaande echtgenoot moeten de huwelijksaangifte gezamenlijk doen. In principe moeten jullie daarvoor beiden fysiek aanwezig zijn in het gemeentehuis. Aangezien één van beide partners nog in het buitenland is, gaat dat niet. Je kan dat oplossen door je partner in België een gelegaliseerd schriftelijk bewijs te bezorgden waarin je uitdrukkelijk toestemt dat die de huwelijksaangifte alleen doet (= volmacht).

De akte van de huwelijksaangifte mag niet ouder zijn dan zes maanden op het moment van je visumaanvraag. 

Je legt zoveel mogelijk bewijzen voor van je relatie. Alle bewijsmiddelen zijn toegelaten. Bijvoorbeeld: foto's, elektronische berichten, vliegtuigtickets..

DVZ vraagt een chronologisch overzicht van je relatie.

Is je partner een Belg? Dan moeten jullie beiden minstens 18 jaar oud zijn. 

Is je partner in België een derdelander? Dan moeten jullie beiden minstens 21 jaar oud zijn. 

Zowel jij als je partner moeten verzekerd zijn tegen ziektekosten in België.

Je partner in België kan dat bewijzen met aansluitingsattest afgeleverd door zijn ziekenfonds.

Jij moet een medische reisverzekering afsluiten ter dekking van eventuele uitgaven voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg, spoedbehandeling in een ziekenhuis of overlijdenskosten. De verzekering moet geldig zijn op het grondgebied van alle Schengenlanden en voor de hele duur van je verblijf (= zes maanden). De minimumdekking bedraagt 30.000 euro.

Je mag de verzekering zowel afsluiten in je land van herkomst, als in een ander land. Informeer je eventueel bij de Belgische ambassade over lokale verzekeringsmaatschappijen die contracten aanbieden die DVZ aanvaardt. 

Je moet de verzekering niet zelf afsluiten: iemand anders, zoals je aanstaande echtgenoot in België, kan voor jou een contract aangaan. 

Je partner in België moet stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen hebben om zichzelf en zijn gezin te onderhouden en niet ten laste te vallen van de sociale bijstand. Volgens de Verblijfswet is dat zeker het geval als de hij stabiele en regelmatige bestaansmiddelen heeft van minstens 120% van het leefloon tarief ‘persoon met een gezin ten laste’. Het bedrag is gekoppeld aan de spilindex van de consumptieprijzen. Momenteel bedraagt het 

2.048,53 euro netto/maand

Onder dit bedrag mag DVZ de aanvraag niet automatisch weigeren. DVZ moet eerst een individuele behoefteanalyse maken om te bepalen welke bestaansmiddelen jullie gezin nodig heeft om te voorzien in jullie behoeften, zonder (structureel) ten laste te vallen van de sociale bijstand. Je bezorgt dan best bij je visumaanvraag alle nuttige gegevens zodat DVZ de financiële toestand van je gezin kan beoordelen. Geef bijvoorbeeld een gedetailleerd overzicht van de maandelijkse inkomsten en uitgaven en toon aan waarom je gezin niet ten laste zal vallen van de sociale bijstand ondanks het feit dat jullie inkomen lager ligt dan 120% van het leefloon.

Als je partner aantoont dat hij een inkomen heeft dat gelijk is aan of hoger dan het wettelijke referentiebedrag, dan hoef je geen bijkomende bewijzen toe te voegen. 

De volgende inkomsten zijn volgens de Verblijfswet uitgesloten en tellen niet mee voor de berekening van de bestaansmiddelen:

  • leefloon
  • maatschappelijke dienstverlening
  • gezinsbijslag
  • wachtuitkering
  • overbruggingsuitkering
  • werkloosheidsuitkering, tenzij je partner bewijst dat hij of zij actief werk zoekt. Je partner moet niet bewijzen dat hij actief op zoek is naar werk als hij vrijgesteld is van de verplichting om beschikbaar te zijn op de arbeidsmarkt, conform artikel 89 en 98bis van het koninklijk besluit werkloosheidsreglementering van 25 november 1991. 

Het moet gaan om stabiele en regelmatige bestaansmiddelen. Om die reden weigert DVZ vaak inkomsten uit:

  • interimarbeid (tenzij bij een ononderbroken tewerkstelling van minstens één jaar of na een periode van werkloosheid)
  • tijdelijke arbeidsovereenkomsten
  • een 'artikel 60 tewerkstelling'

DVZ vraagt dat je bij voorkeur bewijzen overmaakt van bestaansmiddelen van de laatste 12 maanden.

Je kan toereikende en stabiele bestaansmiddelen o.m. bewijzen met:

  • loonfiches
  • maaltijdcheques
  • netto huurinkomsten. Hoe dit precies berekend wordt vind je op de website van DVZ.
  • het meest recente aanslagbiljet in de personenbelasting
  • een arbeidscontract
  • rekeninguittreksels
  • pensioenfiches
  • bewijzen van het actief zoeken naar werk, in combinatie met het bewijs van de werkloosheidsuitkering
  • inkomsten uit een zelfstandige activiteit moeten met specifieke documenten bewezen worden. Je vindt een gedetailleerd overzicht van de vereiste bewijzen op de website van DVZ.

DVZ houdt alleen rekening met de eigen bestaansmiddelen van de partner die je komt vervoegen en dus niet met jouw inkomsten of eventuele inkomsten van derden. 

Je partner in België moet over voldoende huisvesting beschikken om je op te vangen. Je partner bewijst dit met:

  • een geregistreerd huurcontract van de woning die als hoofdverblijfplaats dient
    • Een huurcontract moet geregistreerd zijn op het registratiekantoor. De registratie is een verplichting van de verhuurder. Maar ook de huurder kan het zelf laten registreren.
  • een notariële eigendomsakte van de woning die als hoofdverblijfplaats dient
    • De eigendomsakte moet een notariële akte zijn. Een onderhandse verkoopakte (bijvoorbeeld een compromis) wordt niet aanvaard.

Als de woning onbewoonbaar verklaard is, weigert DVZ je aanvraag. 

Zorg ervoor dat je bewijzen actueel zijn. Leg de bewijzen van huisvesting voor van het adres waar je partner effectief woont op het moment van de aanvraag van het D-visum. Het heeft geen zin om een huurcontract of eigendomsakte af te geven van een woning waar je gezin pas later zal intrekken (bijv. na je aankomst in België). Zelfs al is die woning ruimer en beter geschikt. Op de wachtlijst staan voor een sociale woning, voldoet niet als bewijs.

In de praktijk eist DVZ niet dat je partner zelf als huurder vermeld staat in het geregistreerd huurcontract of als eigenaar in de notariële verkoopakte. Het volstaat dat hij op dat adres woont en dat dit blijkt uit het rijksregister. De persoon die als huurder vermeld staat in de huurovereenkomst of als eigenaar in de notariële eigendomsakte moet wel een familielid zijn van de persoon die je in België komt vervoegen.

DVZ, niet de gemeente, oordeelt of er voldoende huisvesting is. 

Je mag geen gevaar vormen voor de volksgezondheid. Om die reden mag je niet lijden aan één van de ziekten opgesomd in de bijlage bij de Verblijfswet. Je bewijst dat met een medisch attest dat bevestigt dat je niet lijdt aan een ziekte die een gevaar vormt voor de Belgische volksgezondheid. Het mag niet ouder zijn dan 6 maanden. Het attest kan opgesteld worden door een arts die erkend is door de Belgische ambassade. Contacteer de ambassade om te weten op welke arts je een beroep kan doen. Als je voor een niet-erkende geneesheer kiest moet je zijn handtekening laten legaliseren door de bevoegde plaatselijke overheid. Nadien moet je de handtekening van deze overheid laten legaliseren door de Belgische diplomatieke post. Ben je al in België? Dan kan je een medisch attest laten opmaken door een arts naar keuze in België.

Vanaf 18 jaar moet je bewijzen dat je geen gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. Je bewijst dat met een uittreksel uit het strafregister of een bewijs van goed gedrag en zeden. In principe vraag je dit aan bij de bevoegde overheid in het land van herkomst. Het document mag niet ouder zijn dan 6 maanden. Kijk na of je het buitenlands document moet laten legaliseren of voorzien van een apostille. Als het document in een andere taal opgesteld is dan het Duits, het Engels, het Frans of het Nederlands, dan moet je het laten vertalen door een beëdigd vertaler. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen.

Als je geen bewijs of geen voldoende recent bewijs kan voorleggen, motiveer dan waarom.

Procedure

Bij je aanvraag leg je het bewijs voor dat je de retributie betaald hebt of dat je geen bijdrage moet betalen.

Leg je geen betalingsbewijs voor (en bewijs je ook niet dat je geen bijdrage moet betalen), dan verklaart de ambassade of DVZ je aanvraag onontvankelijk. Je krijgt dan een bijlage 42. Dat is een beslissing van niet-ontvankelijkheid. 

Leg je een betalingsbewijs voor waaruit blijkt dat je een gedeelte van de bijdrage betaald hebt, dan krijg je een bijlage 43. Je krijgt dan 30 dagen (te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving van de beslissing) om het resterende bedrag te storten én om het bewijs daarvan voor te leggen.

De diplomatieke post stuurt een kopie van de bijlage 42 en 43 naar DVZ. Tegen de bijlage 42 en 43 kan je een niet-schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Je vraagt het D-visum aan bij de bevoegde Belgische diplomatieke post. De meeste posten werken samen met een externe dienstverlener, een zogenaamd 'visa application center' (VAC), dat de visumaanvraag voor de post in ontvangst neemt. Je moet dan een afspraak maken bij de externe dienstverlener om het visum aan te vragen. Alle info vind je terug op de website van de bevoegde post en het VAC. 

De diplomatieke post stuurt je aanvraag door naar DVZ. 

DVZ onderzoekt je dossier en neemt een beslissing. Er is geen maximale behandelingstermijn.

Als DVZ je aanvraag weigert, brengt de diplomatieke post jou hiervan op de hoogte. 

Je kan tegen de weigeringsbeslissing een beroep instellen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Als DVZ je aanvraag goedkeurt geeft het instructie aan de diplomatieke post om een D-visum af te geven.

De post kleeft in je paspoort een visumsticker met de vermelding 'B47 Machtiging tot verblijf beperkt tot 6 maanden - Art. 9 en 13 van de wet van 15/12/1980 - Project voor huwelijk in België'. 

Eenmaal in België aangekomen, meld je je aan bij de gemeente van je verblijfplaats. Je hebt daarvoor 8 werkdagen. De gemeente geeft je een bijlage 15 en doet een woonstcontrole. De bijlage 15 dekt voorlopig je verblijf, in afwachting van de woonstcontrole. Bij een positieve controle, schrijft de gemeente je in het vreemdelingenregister in en krijg je een elektronische A kaart die zes maanden geldig is. 

In principe moet je huwelijk voltrokken worden tijdens de geldigheidsduur van je A kaart. Als jullie er, onafhankelijk van jullie wil, niet in slagen om te huwen voor de vervaldatum van je A kaart, kan DVZ uitzonderlijk je A kaart verlengen. Bijvoorbeeld wanneer jullie gekozen huwelijksdatum (tijdelijk) uitgesteld werd door de ambtenaar van de burgerlijke stand, omwille van een onderzoek schijnhuwelijk.

Is jullie huwelijk (nog) niet voltrokken tijdens de geldigheidsduur van je A kaart? En was dit door jullie eigen toedoen? Dan krijg je een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13). 

Loopt je huwelijksprocedure nog voor de ambtenaar van de burgerlijke stand? Dan ben je beschermd tegen gedwongen uitwijzing. Dat volgt uit de omzendbrief van 17 september 2013. Om die reden is het belangrijk dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een ontvangstbewijs afgeeft bij de start van de procedure.

Onmiddellijk na je huwelijk en vóór de vervaldatum van je A kaart (van zes maanden) moet je een aanvraag gezinshereniging doen bij de gemeente. Je moet alleen je paspoort en huwelijksakte voorleggen, géén andere documenten. 

Wat als je pas een aanvraag gezinshereniging kan indienen na het verstrijken van je A kaart? Je verblijf in België is dan onwettig:

  • Als je echtgenoot Belg is kan je de aanvraag gezinshereniging toch nog indienen (vanuit onwettig verblijf). In dat geval geeft de gemeente niet meteen een F kaart, maar geldt de normale behandelingstermijn van zes maanden. Je krijgt dan een attest van immatriculatie (AI) in afwachting van een beslissing van DVZ.
  • Als je echtgenoot een derdelander is kan je de aanvraag gezinshereniging alleen indienen (vanuit onwettig verblijf) voor zover je buitengewone omstandigheden bewijst die verhinderen dat je de aanvraag indient in je herkomstland. Kan je dit niet bewijzen dan moet je tijdelijk terugkeren naar je herkomstland en daar een visum gezinshereniging aanvragen.

Heb je tijdig een aanvraag gezinshereniging ingediend bij de gemeente, vóór de vervaldatum van je A kaart? Dan geeft de gemeente onmiddellijk een elektronische vreemdelingenkaart.

Is je echtgenoot in België een derdelander? Dan krijg je een A kaart geldig voor dezelfde geldigheidsduur als de kaart van de derdelander die je vervoegt of maximaal één jaar.

Is je echtgenoot in België een Belg? Dan krijg je een F kaart geldig voor vijf jaar.

Meereizend minderjarig kind

Heb je een minderjarig kind dat met jou wil meereizen naar België en ook een aanvraag gezinshereniging wil indienen (na jullie huwelijk)? Dat kan: je kind kan een D-visum aanvragen. DVZ zal jouw visumaanvraag en die van je kind samen behandelen. De procedure voor het kind verloopt volledig gelijk aan jouw procedure (zie boven 'Procedure'). Na aankomst in België krijgt je kind een A kaart geldig voor zes maanden. Na jullie huwelijk vraagt het kind gezinshereniging met zijn stiefouder (binnen de geldigheidsduur van de A kaart) en geeft de gemeente ambtshalve een A kaart (als de stiefouder een derdelander is) of F kaart af (als de stiefouder een Belg is) .

Documenten kind

Je kind moet bij zijn aanvraag de volgende documenten voorleggen:

Je moet een geldig paspoort voorleggen of een daarmee gelijkgesteld reisdocument.

Je bent het kind van de partner die in België wil huwen met een derdelander of Belg.

Je bewijst dat met een geboorteakte of een adoptieakte (en eventueel een erkenningsakte).

Pleegkinderen of kinderen onder buitenlandse voogdij komen niet aanmerking. Wel kunnen zij onder bepaalde voorwaarden met een humanitair visum naar België komen. 

Heb je geen Belgische maar een buitenlandse akte? Dan moet je die eventueel laten legaliseren of voorzien van een apostille. Ga dit na op de website van de FOD Buitenlandse zaken. Als de akte in een andere taal opgesteld is dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels, moet een beëdigd vertaler de akte vertalen. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen. 

Let op! Je buitenlandse akte moet ook overgeschreven worden in de registers van de Belgische gemeente waar je (toekomstige) stiefouder woont. Dat kan alleen als de akte vertaald is in de taal van die gemeente (zoals bepaald door de Belgische taalwetgeving). Voorbeeld: een Nigeriaanse akte opgesteld in het Engels kan je gebruiken om het D-visum te vragen. Maar om de akte te laten overschrijven in Antwerpen, moet de akte vertaald worden naar het Nederlands. 

Je bent jonger dan 18 jaar. Je bewijst je leeftijd met een paspoort of geboorteakte.

Je moet ongehuwd zijn. Je bewijst dat met een attest van ongehuwdheid. Of eventueel met een echtscheidingsvonnis of overlijdensakte (als je voordien al gehuwd was). 

Heb je een buitenlands attest of buitenlandse akte? Dan moet je die eventueel laten legaliseren of voorzien van een apostille. Ga dit na op de website van de FOD Buitenlandse zaken. Als de akte in een andere taal opgesteld is dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels, moet een beëdigd vertaler de akte vertalen. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen. 

Je ouder (met wie je wil meereizen naar België) moet het recht van bewaring hebben over jou. Dit maakt deel uit van het ouderlijk gezag en behoort in de meeste gevallen toe aan de (beide) ouders. Bij een gedeeld recht van bewaring moet de andere houder zijn toestemming geven dat het kind in België komt wonen bij zijn ouder. Dat kan met een gewone schriftelijke verklaring. Als de andere ouder verdwenen is (bij gedeeld recht van bewaring) moet je een officieel document hebben van de instanties van het land van herkomst waarin dat bevestigd wordt. Of je bewijst de afwezigheid met een rechterlijke beslissing.

Heeft de ouder met wie je wil meereizen het exclusieve recht van bewaring? Dan moet hij dat bewijzen overeenkomstig het recht van de gewone verblijfplaats van de minderjarige, meestal aan de hand van een rechterlijke beslissing. 

Je moet 'ten laste' zijn van de ouder met wie je wil meereizen. In de praktijk zou DVZ dit bewijs niet vragen en gaat het er vanuit dat ongehuwde minderjarige kinderen sowieso ten laste zijn van hun ouders.

Zowel jij als je toekomstige stiefouder moeten verzekerd zijn tegen ziektekosten in België.

Je toekomstige stiefouder in België kan dat bewijzen met aansluitingsattest afgeleverd door zijn ziekenfonds.

Jij moet een medische reisverzekering afsluiten ter dekking van eventuele uitgaven voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg, spoedbehandeling in een ziekenhuis of overlijdenskosten. De verzekering moet geldig zijn op het grondgebied van alle Schengenlanden en voor de hele duur van je verblijf (= zes maanden). De minimumdekking bedraagt 30.000 euro.

Je mag de verzekering zowel afsluiten in je land van herkomst, als in een ander land. Informeer je eventueel bij de Belgische ambassade over lokale verzekeringsmaatschappijen die contracten aanbieden die DVZ aanvaardt. 

Je moet de verzekering niet zelf afsluiten: iemand anders, zoals je toekomstige stiefouder in België, kan voor jou een contract aangaan. 

Je toekomstige stiefouder in België moet stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen hebben om zichzelf en zijn gezin te onderhouden en niet ten laste te vallen van de sociale bijstand. Volgens de Verblijfswet is dat zeker het geval als de hij stabiele en regelmatige bestaansmiddelen heeft van minstens 120% van het leefloon tarief ‘persoon met een gezin ten laste’. Het bedrag is gekoppeld aan de spilindex van de consumptieprijzen. Momenteel bedraagt het 

2.048,53 euro netto/maand

Onder dit bedrag mag DVZ de aanvraag niet automatisch weigeren. DVZ moet eerst een individuele behoefteanalyse maken om te bepalen welke bestaansmiddelen jullie gezin nodig heeft om te voorzien in jullie behoeften, zonder (structureel) ten laste te vallen van de sociale bijstand. Je bezorgt dan best bij je visumaanvraag alle nuttige gegevens zodat DVZ de financiële toestand van je gezin kan beoordelen. Geef bijvoorbeeld een gedetailleerd overzicht van de maandelijkse inkomsten en uitgaven en toon aan waarom jullie gezin niet ten laste zal vallen van de sociale bijstand ondanks het feit dat jullie inkomen lager ligt dan 120% van het leefloon.

Als je toekomstige stiefouder aantoont dat hij een inkomen heeft dat gelijk is aan of hoger dan het wettelijke referentiebedrag, hoeven jullie geen bijkomende bewijzen toe te voegen. 

De volgende inkomsten zijn volgens de Verblijfswet uitgesloten en tellen niet mee voor de berekening van de bestaansmiddelen:

  • leefloon
  • maatschappelijke dienstverlening
  • gezinsbijslag
  • wachtuitkering
  • overbruggingsuitkering
  • werkloosheidsuitkering, tenzij je toekomstige stiefouder bewijst dat hij of zij actief werk zoekt. Je toekomstige stiefouder moet niet bewijzen dat hij actief op zoek is naar werk als hij vrijgesteld is van de verplichting om beschikbaar te zijn op de arbeidsmarkt, conform artikel 89 en 98bis van het koninklijk besluit werkloosheidsreglementering van 25 november 1991. 

Het moet gaan om stabiele en regelmatige bestaansmiddelen. Om die reden weigert DVZ vaak inkomsten uit:

  • interimarbeid (tenzij bij een ononderbroken tewerkstelling van minstens één jaar of na een periode van werkloosheid)
  • tijdelijke arbeidsovereenkomsten
  • een 'artikel 60 tewerkstelling'

DVZ vraagt dat je bij voorkeur bewijzen overmaakt van bestaansmiddelen van de laatste 12 maanden.

Je kan toereikende en stabiele bestaansmiddelen o.m. bewijzen met:

  • loonfiches
  • maaltijdcheques
  • netto huurinkomsten. Hoe dit precies berekend wordt vind je op de website van DVZ.
  • het meest recente aanslagbiljet in de personenbelasting
  • een arbeidscontract
  • rekeninguittreksels
  • pensioenfiches
  • bewijzen van het actief zoeken naar werk, in combinatie met het bewijs van de werkloosheidsuitkering
  • inkomsten uit een zelfstandige activiteit moeten met specifieke documenten bewezen worden. Je vindt een gedetailleerd overzicht van de vereiste bewijzen op de website van DVZ.

DVZ houdt alleen rekening met de eigen bestaansmiddelen van je toekomstige stiefouder en dus niet met inkomsten van je ouder of eventuele inkomsten van derden. 

Je toekomstige stiefouder in België moet over voldoende huisvesting beschikken om je op te vangen. Hij/zij bewijst dit met:

  • een geregistreerd huurcontract van de woning die als hoofdverblijfplaats dient
    • Een huurcontract moet geregistreerd zijn op het registratiekantoor. De registratie is een verplichting van de verhuurder. Maar ook de huurder kan het zelf laten registreren.
  • een notariële eigendomsakte van de woning die als hoofdverblijfplaats dient
    • De eigendomsakte moet een notariële akte zijn. Een onderhandse verkoopakte (bijvoorbeeld een compromis) wordt niet aanvaard.

Als de woning onbewoonbaar verklaard is, weigert DVZ je aanvraag. 

Zorg ervoor dat je bewijzen actueel zijn. Leg de bewijzen van huisvesting voor van het adres waar je toekomstige stiefouder effectief woont op het moment van de aanvraag van het D-visum. Het heeft geen zin om een huurcontract of eigendomsakte af te geven van een woning waar je gezin pas later zal intrekken (bijv. na jullie aankomst in België). Zelfs al is die woning ruimer en beter geschikt. Op de wachtlijst staan voor een sociale woning, voldoet niet als bewijs.

In de praktijk eist DVZ niet dat je toekomstige stiefouder zelf als huurder vermeld staat in het geregistreerd huurcontract of als eigenaar in de notariële verkoopakte. Het volstaat dat hij op dat adres woont en dat dit blijkt uit het rijksregister. De persoon die als huurder vermeld staat in de huurovereenkomst of als eigenaar in de notariële eigendomsakte moet wel een familielid zijn van de persoon die je in België komt vervoegen.

DVZ, niet de gemeente, oordeelt of er voldoende huisvesting is. 

Je mag geen gevaar vormen voor de volksgezondheid. Om die reden mag je niet lijden aan één van de ziekten opgesomd in de bijlage bij de Verblijfswet. Je bewijst dat met een medisch attest dat bevestigt dat je niet lijdt aan een ziekte die een gevaar vormt voor de Belgische volksgezondheid. Het mag niet ouder zijn dan 6 maanden. Het attest kan opgesteld worden door een arts die erkend is door de Belgische ambassade. Contacteer de ambassade om te weten op welke arts je een beroep kan doen. Als je voor een niet-erkende geneesheer kiest moet je zijn handtekening laten legaliseren door de bevoegde plaatselijke overheid. Nadien moet je de handtekening van deze overheid laten legaliseren door de Belgische diplomatieke post. Ben je al in België? Dan kan je een medisch attest laten opmaken door een arts naar keuze in België.