Voorwaarden gezinshereniging ouder minderjarige Belg

Voorwaarden en documenten

Je moet 206 euro betalen als bijdrage in de administratieve kosten voor de behandeling van je aanvraag. Tenzij je vrijgesteld bent. Lees hier meer over de vrijstellingen en procedure.

Jijzelf, of een derde persoon, schrijft dit bedrag over op bankrekening BE57 6792 0060 9235 van de Dienst Vreemdelingenzaken.

In de mededeling vermeld je je naam, voornaam, geboortedatum en nationaliteit. Voor de mededeling moet je volgende structuur gebruiken: NaamVoornaamNationaliteitDDMMJJJJ.

Je bewijst dat je de retributie betaald hebt met een bewijs van betaling, zoals een rekeninguittreksel of een stortingsbewijs met stempel van de post.

Als ouder van een minderjarig Belgisch kind moet je je identiteit bewijzen met een 'geldig' identiteitsdocument. Dit kan één van volgende documenten zijn:

  • een geldig paspoort (al dan niet afgeleverd door het herkomstland),
  • een geldige nationale identiteitskaart, of
  • een ander geldig identiteitsbewijs (= betrouwbaar document met foto dat de identiteit van de persoon vaststelt) 

Het feit dat artikel 40ter Vw een 'geldig' identiteitsdocument oplegt aan de ouder van een Belgisch minderjarig kind is betwistbaar. Volgens artikel 52 Verblijfsbesluit, dat uitvoering geeft aan artikel 40ter Verblijfswet, moet je je identiteit bewijzen overeenkomstig artikel 41 Verblijfswet. Volgens dat artikel, dat uitgevoerd wordt in artikel 47 Verblijfsbesluit, kan je het bewijs van je identiteit ook op andere manieren bewijzen, bijvoorbeeld met:

  • een vervallen paspoort
  • een vervallen identiteitskaart
  • een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, afgegeven door een andere lidstaat van de EER
  • een duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, afgegeven door een andere lidstaat van de EER
  • een ander bewijs van je identiteit

Deze soepele regels voor het bewijs van identiteit komen voort uit het Unierecht (zie HvJ 25 juli 2002, Brax, C-459/99). Het is moeilijk in te zien waarom dezelfde bewijsregels niet van toepassing zouden zijn op het verblijfsrecht van ouders van een minderjarig Belgisch kind. Ook dat verblijfsrecht vloeit immers voort uit het Unierecht (zie HvJ 8 maart 2011, Zambrano, C-34/09).

Je bent de vader of moeder van een Belgisch minderjarig kind.

Je bewijst dat met een geboorteakte of een adoptieakte (en eventueel een erkenningsakte).

Heb je geen Belgische maar een buitenlandse akte? Dan moet je die eventueel laten legaliseren of voorzien van een apostille. Ga dit na op de website van de FOD Buitenlandse zaken. Als de akte in een andere taal opgesteld is dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels, moet een beëdigd vertaler de akte vertalen. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen. 

Let op! Je buitenlandse akte moet ook overgeschreven worden in de registers van de Belgische gemeente waar je Belgisch kind woont. Dat kan alleen als de akte vertaald is in de taal van die gemeente (zoals bepaald door de Belgische taalwetgeving). Voorbeeld: een Nigeriaanse akte opgesteld in het Engels kan je gebruiken om een visum gezinshereniging aan te vragen. Maar om de akte te laten overschrijven in Antwerpen, moet de akte vertaald worden naar het Nederlands. 

Als je geen officiële akte kan voorleggen, kan DVZ rekening houden met ‘andere geldige bewijzen’

Voorbeelden van andere geldige bewijzen zijn:

  • een geboortecertificaat of geboorteattest
  • een huwelijksakte, opgesteld door de Belgische ambtenaar voor de burgerlijke stand, waarin de afstammingsband vermeld wordt
  • een notariële akte, gehomologeerd door de bevoegde overheid
  • een affidavit
  • een nationale identiteitskaart die de afstammingsband vermeldt
  • een huwelijkscontract waarin de afstammingsband vermeld wordt
  • uittreksels van de geboorteregisters
  • een vervangend vonnis

De omstandigheid dat je geen officiële documenten kan voorleggen moet ontstaan zijn onafhankelijk van je wil. Dat is zo in de volgende gevallen:

  • België erkent het betrokken land niet.
  • Je persoonlijke situatie is moeilijk verzoenbaar met een terugkeer naar de betrokken staat of met een contact met zijn overheden.

Soms maakt de interne situatie van het betrokken land het niet mogelijk om een officiële akte voor te leggen, doordat:

  • de documenten vernietigd werden en er geen enkel ander middel bestaat om ze te vervangen.
  • de bevoegde nationale overheden niet naar behoren functioneren.
  • de bevoegde nationale overheden niet meer bestaan.

Als je ook geen ‘andere geldige bewijzen’ kan voorleggen, kan DVZ of de Belgische ambassade je uitnodigen voor een gesprek en kan DVZ overgaan tot elk ander onderzoek dat het nodig vindt. In laatste instantie kan DVZ voorstellen om een DNA-analyse te laten uitvoeren.

Kan je wel een buitenlandse geboorte- of adoptieakte (en eventueel erkenningsakte) voorleggen? Dan moet België die akte (willen) erkennen. In principe gebeurt dat de plano door de Belgische overheid aan wie de akte voorgelegd wordt (bv. DVZ of de gemeente). 'De plano' wil zeggen: elke overheid kan autonoom over de erkenning oordelen zonder dat er eerst een procedure voor de rechter gevoerd moet worden. Behalve in het geval van een buitenlandse adoptieakte: daar gebeurt de erkenning uitsluitend door de Federale Centrale Autoriteit. Tot slot wordt bij de erkenning van buitenlandse afstammingsbanden soms een onderzoek gevoerd naar frauduleuze intenties van de betrokkenen.

> Wil je een familiesituatie die je in het buitenland geregeld hebt in België laten erkennen?

> Lees meer over de erkenning van een buitenlandse afstamming.

> Lees meer over de erkenning van een buitenlandse adoptie.

Je moet je Belgisch minderjarig kind begeleiden of je bij hem voegen. 

Als je samenwoont met je Belgisch minderjarig kind moet je geen bijkomende bewijzen voorleggen. De gezinscel blijkt dan uit de samenwoonst. Woon je niet samen met je Belgisch minderjarig kind? Dan bewijs je de gezinscel door het aantonen van affectieve en/of financiële banden. Bijvoorbeeld door te bewijzen dat je een goed en regelmatig contact hebt met je kind. Of dat je je kind mee financieel onderhoudt.

Meer info

Wetgeving