Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 128.269 - 27-08-2014

Samenvatting

Samen met de verzoekers stelt de Raad vast dat de ambtenaars-geneesheer in de onderscheiden adviezen met betrekking tot de eerste verzoeker en de tweede verzoekster stelt dat de medicatie die de verzoekers dienen te nemen gratis beschikbaar zijn in Servië. Hiertoe verwijst de ambtenaar-geneesheer in respectievelijke voetnoten 11 en 7 naar de volgende web-documenten:
- http://ibznetiworkspacesIWS_Axmed/Europe/04022013_Lista%20A.pdf; 
- http://ibznetiworkspacesIWS_Axmed/Europe/04022013_Lista%20Ai.pdf; 
- http://ibznetiworkspaeesIWS_Axmed/Europe/04022013_Lista%20B,pdf. 
De verzoekers voeren terecht aan dat deze websites niet vrij zijn te consulteren. Ook in het administratief dossier zijn geen afschriften terug te vinden van de boven genoemde pdf-documenten. In het advies betreffende de tweede verzoekster wordt met betrekking tot de beschikbaarheid van de nodige medische zorgen bovendien verwezen naar de website www.delphicare.be. die evenmin vrij is te consulteren. De betrokken website blijkt te zijn voorbehouden voor professionelen in de medische sector en er kan enkel toegang worden verkregen middels een persoonlijke 'Doc Check-login'. In het administratief dossier is weliswaar een afschrift van Delphi care terug te vinden omtrent de beschikbaarheid van de volgende medicatie in Servië: Enapril - Tramadol - Ibuprofen - Omeprazol Bromazepan. Echter dient te worden vastgesteld dat de ambtenaar-geneesheer in het advies ten aanzien van de tweede verzoekster tevens naar delphicare verwijst aangaande de volgende medicatie: Atenolol - Indapamide- Dielofenac - Citalopram. Er is in het administratief dossier geen enkele informatie beschikbaar die toelaat te verifiëren of de delphicare-database de beschikbaarheid van de laatst genoemde medicijnen in Servië al dan niet bevestigt.
De Raad wijst er op dat een appreciatiebevoegdheid, zoals deze waarover de ambtenaar-geneesheer krachtens artikel 9ter, § 1, vijfde lid Vw. beschikt, steeds moet worden uitgeoefend op grond van toereikende beweegredenen, wat in de eerste plaats veronderstelt dat er beweegredenen bestaan en dat dit bestaan bewezen kan worden. Wanneer een verzoekende partij wijst op het obscuur karakter van de motivering van het bestuur, dan komt het aan dit bestuur toe om via het administratief dossier het bestaan van de in haar beslissing vermelde motieven en de deugdelijkheid ervan aan te tonen (cf. RvS. 30 juni 2011, nr. 214.282). Bijgevolg was het in casu aan de verweerder om In het administratief dossier met de meeste precisie en volledigheid, duidelijkheid te verschaffen over de informatiebronnen waarop hij zich steunt waar hij stelt dat "de benodigde medische zorgen toegankelijk en beschikbaar zijn in het herkomstland, Servië,” en op grond waarvan hij de aanvraag ongegrond verklaarde. De afwezigheid van de genoemde stukken in het administratief dossier wordt bijgevolg gelijkgesteld met de afwezigheid van deugdelijke materiële motieven waarop de eerste bestreden beslissing Is gesteund (cf. RvS 29 januari 2014, nr. 226.252). Een schending van de materiele motiveringsplicht is dan ook aangetoond.