Raad van State - 236.371 - 8-11-2016

Samenvatting

In arrest nr. 124.765 van 26 mei 2014 vernietigde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de eerste beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus aan verzoekster. De Raad achtte een psychologisch onderzoek noodzakelijk om de geloofwaardigheid van verzoekster te beoordelen.
 
Er werd echter geen psychologisch onderzoek uitgevoerd en het bestreden arrest concludeert tot ongeloofwaardigheid van het relaas van verzoekster, zonder vast te stellen dat een psychologisch onderzoek niet langer noodzakelijk zou zijn.
 
(…)
 
Door te oordelen dat het relaas van verzoekster ongeloofwaardig is, zonder dat het psychologisch onderzoek dat door arrest nr. 124.765 van 26 mei 2014 van essentieel belang werd geacht om deze geloofwaardigheid te beoordelen heeft plaatsgevonden en zonder dat wordt vastgesteld dat dit psychologisch onderzoek niet langer noodzakelijk is, schendt het bestreden arrest het gezag van gewijsde van arrest nr. 124.765 van 26 mei 2014.