Grondwettelijk Hof - 43/2013 - 21-03-2013

Samenvatting

Beroepen tegen een weigering van subsidiaire bescherming hebben opschortende werking. Beroepen tegen een weigering van een 9ter-aanvraag zijn niet opschortend. Tijdens de hele duur van de procedure is de vreemdeling in onwettig verblijf. De wetgever moet niet dezelfde maatschappelijke dienstverlening voorbehouden aan vreemdelingen die onwettig verblijven als aan vreemdelingen die wettig verblijven. De wetgever mocht de maatschappelijke dienstverlening tijdens de beroepsprocedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen beperken tot dringende medische hulp. Het recht op een daadwerkelijk beroep, zoals dat bij artikel 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt gewaarborgd, houdt niet in dat de personen die een dergelijk beroep instellen, maatschappelijke dienstverlening moeten genieten tijdens een hangende procedure. Toch moet erover worden gewaakt dat zij de medische verzorging, zowel preventieve als curatieve, kunnen krijgen. Zo moet men vermijden dat het beperken van de maatschappelijke dienstverlening tot de dringende medische hulp voor personen die aan een ernstige ziekte lijden, een reëel risico voor hun leven of fysieke integriteit met zich meebrengt.