Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 48.728 - 28-09-2010

Samenvatting

De Raad bemerkt dat om uit te maken of een persoon in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus men de vraag moet stellen of de verzoeker redenen heeft om te vrezen voor vervolging omwille van een van de motieven uit de Conventie van Genève. Het onderzoek naar de geloofwaardigheid van bepaalde feiten of de oprechtheid van de verzoeker is een noodzakelijke fase om op deze vraag te kunnen antwoorden. Dit onderzoek mag echter het uiteindelijke onderzoek naar het bestaan van een vrees voor vervolging niet in de weg staan als deze vrees voldoende vaststaat op basis van de elementen die zeker zijn. In het kader van artikel 48/3 Vw. dringen zich een onderzoek naar de situatie van de Tsjetsjenen in Daghestan en naar de geloofwaardigheid van het verhaal. In verband met de algemene situatie zegt het CGVS dat alle personen die ervan verdacht worden banden te onderhouden met de rebellenbeweging risico lopen op problemen met de overheid. Deze beweging bestaat niet voor het merendeel uit Tsjetsjenen en alhoewel de beweging in Daghestan nog wel dikwijls geassocieerd wordt met de beweging in Tsjetsjenië volstaat het loutere feit van Tsjetsjeense oorsprong te zijn niet om erkend te worden als vluchteling. De Raad vindt echter dat uit de documentatie blijkt dat Daghestan een hoge graad van geweld heeft, er geen juridische zekerheid is en dat bekentenissen vaak afgedwongen worden met foltering. Het is duidelijk dat de mensenrechten er op grote schaal worden geschonden. Inwoners van Daghestan lopen groter risico op vervolging en dit geldt zeker voor zij die verdacht worden banden te hebben met de rebellen. De Raad stelt dat de asielinstanties heel voorzichtig moeten omgaan met het onderzoek van personen afkomstig uit Daghestan en zeker als deze een, reële of vermeende, band hebben met de rebellen. De bestreden beslissing betwist de geloofwaardigheid van het gedane verhaal. Er ontbreekt een bewijs voor bepaalde beschikkingen en onnauwkeurigheden over haar echtgenoot. Verder is zij nie