Wijzigingen in asielberoep bij Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

Op 22 augustus 2013 zijn in het Belgisch Staatsblad een groot aantal wetswijzigingen met betrekking tot de asielprocedure en het asielrecht gepubliceerd.

Het asielberoep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) wijzigt op een aantal punten.

Nieuwe gegevens in volle rechtsmacht:

  • Artikel 39/76 Vw is veranderd en laat toe dat de Raad aan het CGVS of aan de verzoekende of tussenkomende partij een termijn van 8 dagen kan verlenen om de door één van de partijen aangehaalde elementen of bevindingen, te onderzoeken en hiervan een verslag of een replieknota op te stellen.
  • Wanneer toepassing wordt gemaakt van deze bijkomende onderzoekstermijnen, dan wordt ook de vasthoudingstermijn van rechtswege opgeschort voor de duur van de verleende onderzoekstermijn.

Annulatieberoep in asielzaken:

  • Artikel 39/2, §1, derde lid Vw wordt vervangen en laat een annulatieberoep toe tegen de weigeringen van inoverwegingname van asielzoekers die EU-burgers zijn.
  • Dit geldt ook voor asielzoekers afkomstig uit een veilig land van herkomst, asielzoekers wiens meervoudige aanvraag door het CGVS niet in overweging is genomen en voor asielzoekers die eerder in een EU-land werden erkend als vluchteling.
  • Hetzelfde geldt voor beroepen tegen de ‘technische weigeringen’.

Tolk – proceduretaal ter zitting:

  • Een vreemdeling die bij het indienen van een asielaanvraag aangeeft geen tolk nodig te hebben omdat hij een van de landstalen beheerst, zal in de procedure voor de Raad geen beroep kunnen doen op een tolk.
  • Artikel 39/18 Vw bepaalt dat de verzoekende partij tijdens een zitting de proceduretaal moet gebruiken bij mondelinge toelichtingen, tenzij beroep wordt gedaan op een tolk.

Woonplaatskeuze:

  • Artikel 39/57-1, tweede lid Vw bepaalt dat wanneer een partij de woonplaats bij een advocaat heeft gekozen, dat de verzendingen van de Raad voortaan ook via elektronische post op het adres dat de advocaat heeft gebruikt voor het toezenden van zijn verzoekschrift zullen gebeuren. Dit, tenzij de advocaat een ander elektronisch adres heeft opgegeven. Dit gaat om verzendingen die geen oproepingen zijn.
  • Artikel 39/57-1, vierde lid Vw laat toe dat ook de kennisgeving door de Raad van het verzoekschrift aan de DVZ elektronisch kunnen gebeuren.
  • Artikel 39/58 Vw bepaalt dat elke wijziging van de woonplaatskeuze uitdrukkelijk geformuleerd wordt en voor elk beroep afzonderlijk en bij aangetekend schrijven ter kennis gebracht wordt van de hoofdgriffier. Het volledige rolnummer van het beroep waarop de wijziging betrekking heeft moet ook vermeld worden.
  • Verder wordt bepaald dat het in het verzoekschrift eerst vermelde adres in België, de gekozen woonplaats is, behalve wanneer expliciet een ander adres in België als gekozen woonplaats wordt aangeduid.
  • Artikel 39/69, §1, derde lid, 2° Vw bepaalt dat er vier afschriften van het verzoekschrift zijn vereist in plaats van zes.
  • Artikel 39/69, §1, derde lid, 7° Vw bepaalt dat de advocaat verplicht is om een afschrift van zijn verzoekschrift ook per e-mail in te dienen en dit op straffe van het niet op de rol plaatsen van de zaak.
  • Artikel 39/69, §1, vierde lid Vw bepaalt dat wanneer dit niet is gebeurd, dat de verzoeker de mogelijkheid heeft dit te regulariseren binnen de acht dagen op verzoek van de griffie.
  • Artikel 39/76 Vw bepaalt dat een asielzoeker die nieuwe gegevens wil voorleggen bij de Raad, niet langer in het verzoekschrift hoeft toe te toelichten waarom die gegevens niet eerder werden aangebracht.
  • Artikel 39/81 Vw bepaalt dat ook een elektronisch afschrift van de (facultatieve) synthesememorie moet worden overgemaakt wanneer de verzoeker wordt bijgestaan door een advocaat, op straffe van niet-ontvankelijkheid van de memorie.

Nieuwe gegevens voor de Raad in volle rechtsmacht:

  • Artikel 39/76 Vw bepaalt dat nieuwe gegevens kunnen worden aangebracht tot de sluiting der debatten.
  • Verder worden drie situaties onderscheiden: 1) de situatie waarin de asielzoeker in zijn verzoekschrift of in een aanvullende nota nieuwe elementen aanbrengt, 2) de situatie waarin het CGVS als verwerende partij nieuwe gegevens aanvoert die de magistraat toelaten vast te stellen dat de asielzoeker niet voor een internationaal beschermingsstatuut in aanmerking komt en 3) de situatie waarin het CGVS nieuwe elementen aanbrengt die de kans aanzienlijk groter maakt dat internationale bescherming aangewezen is.

Precisiering van de hervormingsbevoegdheid van de RvV:

  • Artikel 39/76, §1, eerste lid Vw bepaalt dat de rechter in volle rechtsmacht ook kan steunen op de beoordelingsgronden die vermeld zijn in artikel 57/6/1, eerste tot en met derde lid Vw. Dit houdt in dat in een dossier van een asielzoeker afkomstig uit een veilig land van herkomst, die een meervoudige asielaanvraag heeft ingediend of die erkend werd als vluchteling in een ander EU-land, de Raad over dezelfde toetsingsgronden beschikt als het CGVS.

Korte termijnen voor CGVS en RvV:

  • Artikel 39/72, §1 Vw bepaalt dat het CGVS nu over een termijn van 8 dagen beschikt voor het overmaken van het administratief dossier en een verweernota neer te leggen. Dit naar aanleidingen van een beroep tegen een beslissing van het CGVS. Dit, tenzij het CGVS voor het verstrijken van die 8-dagentermijn meedeelt dat de nota zal worden neergelegd binnen de 15 dagen. Die nota moet op straffe van onontvankelijkheid ook elektronisch worden overgemaakt aan de griffie.
  • Artikel 39/81, eerste lid Vw bepaalt dat de RvV de beroepen tegen beslissingen van het CGVS, die het Commissariaat bij voorrang behandelt, binnen een termijn van twee maanden moet afronden. Hetzelfde geldt voor beslissingen over beroepen tegen de niet-inoverwegingnemingen van meervoudige asielaanvragen en van asielaanvragen van asielzoekers die al erkend zijn als vluchteling in een andere EU-lidstaat.

Schriftelijke procedure in volle rechtsmacht:

  • Artikel 39/73 Vw bepaalt dat wanneer geen enkele partij vraagt om gehoord te worden, dat ze instemmen met de beschikking en het beroep wordt ingewilligd of verworpen.

Vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid en voorlopige maatregelen:

  • Artikel 39/82 §4, tweede lid Vw bepaalt dat de termijn voor het indienen van een vordering tot schorsing bij UDN tot drie werkdagen zal zijn.
  • Artikel 39/83 Vw bepaalt dat een gedwongen uitvoering van een verwijderingsmaatregel niet mogelijk is gedurende de drie werkdagen volgend op de kennisgeving van de maatregel.
  • Artikel 39/85, eerste lid Vw bepaalt dat voortaan voorlopige maatregelen alleen mogelijk zijn indien de vordering tot schorsing al werd ingeschreven op de rol. Het gaat hierbij om voorlopige maatregelen volgend op een “gewone” vordering tot schorsing.

Overgangsbepalingen:

  • De aanpassing van de regels betreffende de toekenning van tolken, het gebruik van de proceduretaal, het aanvoeren van nieuwe gegevens en de termijn waarbinnen een vordering tot schorsing in uiterst dringende noodzakelijkheid kan worden ingediend, is alleen van toepassing voor de procedures waarbij, op het ogenblik van inwerkingtreding van de wet, nog geen beschikking houdende vaststelling van de rechtsdag werd betekend.
  • De verkorte termijn waarover het CGVS beschikt om een nota met opmerkingen neer te leggen, geldt niet in de gevallen waarbij de griffie bij de RVV voor de inwerkingtreding van deze wet al een afschrift van het beroep aan het CGVS overmaakte.
  • De specifieke regels betreffende de vrijheidsbeperkende maatregelen voor gezinnen met kinderen, de bepalingen betreffende de termijnen om een vordering tot schorsing bij UDN in te dienen en de termijn waarbinnen een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel gedwongen kan uitgevoerd worden van deze wet gelden alleen ten aanzien van beroepen die worden ingesteld tegen beslissingen die na de inwerkingtreding van de wet worden ter kennis gebracht.
  • De inwerkingtreding van de wet voor wat betreft de regeling waarbij de partijen worden verondersteld een elektronisch afschrift over te maken van hun processtuk, is voorzien op de eerste dag van de zesde maand die volgt na de maand van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
  • De overige aangelegenheden worden geregeld in overeenstemming met het gemeen recht (10 dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad).

Bron: de gepubliceerde wetswijzigingen

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen