Vermelding op verblijfskaart langdurig ingezetene met internationale bescherming

Sinds Europese richtlijn 2011/51 mogen erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden niet langer uitgesloten worden van de status van langdurig ingezeten derdelander. De EU-lidstaten moeten informatie uitwisselen over de beschermingsachtergrond, en een bijzondere vermelding aanbrengen op de EU-verblijfsvergunning als langdurig ingezetene van deze vreemdelingen.

Deze bepalingen van de EU-richtlijn waren al omgezet in de Verblijfswet, door de wet van 19 maart 2014. Het Koninklijk Besluit van 13 februari 2015 tot wijziging van het Verblijfsbesluit specifieert dit verder.

De gemeente moet een vermelding aanbrengen in het vak 'opmerkingen' van de D kaart van een langdurig ingezetene in België die internationale bescherming geniet (hetzij in België hetzij in een ander EU-land): "Internationale bescherming verleend op (datum) door (EU-lidstaat)". Dat moet in verschillende hypotheses en volgens bepaalde termijnen. Er moet daartoe ook informatie uitgewisseld worden tussen de EU- lidstaten.

  • Als België het statuut van langdurig ingezetene verleent aan een vreemdeling met internationale bescherming (door België of een andere EU lidstaat toegestaan), dan vermeldt de gemeente dat op de D kaart. Bevestigt de CGVS de hoedanigheid van vluchteling aan een in een andere EU-lidstaat erkende vluchteling, dan past de gemeente dit vak aan binnen de 3 maanden na de beslissing van het CGVS. Ook wanneer de internationale bescherming die België toekende door een andere EU-lidstaat wordt overgenomen, past de gemeente de bijzondere vermelding aan.
  • Als België het statuut van langdurig ingezetene verleent aan een vreemdeling die pas nadien internationale bescherming bekomt (in België of in andere EU-lidstaat), dan levert de gemeente een nieuwe D kaart mét bijzondere vermelding af. De gemeente doet dat binnen de 3 maanden na de beslissing van het CGVS, of binnen de 30 dagen na het verzoek van de andere EU-lidstaat aan ons land om die bijzondere vermelding toe te voegen.
  • Als België internationale bescherming toekent aan een vreemdeling die ze reeds de status van langdurig ingezetene heeft gegeven, dan geeft de DVZ binnen de 30 dagen na de beslissing de instructie om een nieuwe D kaart met bijzondere vermelding af te leveren.
  • Als België internationale bescherming toekent aan een vreemdeling die reeds de status van langdurig ingezetene in een andere EU-lidstaat bezit (of als de CGVS de hoedanigheid van vluchteling bevestigt aan een in een andere EU-lidstaat erkende vluchteling), dan moet België deze lidstaat verzoeken om deze bijzondere vermelding aan te brengen (of te wijzigen) op de door haar afgeleverde EU-verblijfsvergunning. Deze lidstaat heeft daarvoor 30 dagen de tijd.
  • Als België het statuut van langdurig ingezetene verleent aan iemand die het statuut van langdurig ingezetene ook al in een andere EU-lidstaat bekomen heeft en op zijn EU-verblijfsvergunning de bijzondere vermelding over internationale bescherming heeft staan, dan moet België dezelfde opmerking aanbrengen op de Belgische D kaart. België moet wel eerst contact opnemen met de in de opmerking vermelde lidstaat, om na te gaan of de langdurig ingezetenen in de vermelde lidstaat nog steeds internationale bescherming geniet. Als de andere EU-lidstaat de internationale bescherming heeft ingetrokken, moet België de vermelding niet aanbrengen.