Uitbreiding fouilleringsmogelijkheden in gesloten centra

De Wet diverse bepalingen inzake asiel en migratie van 4 mei 2016 (in werking vanaf 7 juli 2016) voorziet een uitbreiding van de fouilleringsmogelijkheden in de gesloten centra. Deze fouillering is wel aan voorwaarden onderworpen.

Waarom?

De vreemdeling die vastgehouden wordt in een gesloten centrum kan onderworpen worden aan een veiligheidsfouillering om te controleren of hij geen wapen of voorwerp draagt dat gevaarlijk is voor de fysieke integriteit van hemzelf of van derden of voor de openbare orde (artikel 74/8, §5, lid 1 Vw).

Wanneer?

De momenten waarop dergelijke veiligheidsfouillering kan plaatsvinden, worden door de wetswijziging uitgebreid.

Vroeger kon het al:

  • bij aankomst in het gesloten centrum
  • nadat de vreemdeling bezoek heeft ontvangen
  • voorafgaand aan de overbrenging van de vreemdeling

Uitbreiding door de wetswijziging:

  • “andere momenten in de loop van het verblijf van de bewoner, indien dat noodzakelijk blijkt met het oog op het behoud van de orde of van de veiligheid”.

Waar?

Naast een fouillering van de persoon is, met het oog op het behoud van de orde of veiligheid en voor zover dit noodzakelijk blijkt, voortaan ook fouillering mogelijk van:

  • de vertrekken waar een bewoner verblijft
  • de plaatsen waar de persoonlijke bezittingen van een bewoner zijn opgeborgen

Hoe?

De fouillering gebeurt door ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken. Wanneer het in het belang van de veiligheid noodzakelijk is, kan de fouillering voortaan ook gebeuren door leden van het veiligheidspersoneel die daartoe door de centrumdirecteur aangewezen zijn op basis van de door hem uitgevaardigde dienstnota’s.

De fouillering:

  • heeft tot doel na te gaan of de bewoner in het bezit is van verboden of gevaarlijke stoffen of voorwerpen
  • mag geen tergend karakter hebben
  • geschiedt met eerbiediging van de waardigheid van de bewoner.

Gevolg

In geval van ontdekking van verboden stoffen of voorwerpen, worden deze ter beschikking gehouden van de bevoegde overheden met het oog op het vaststellen van strafbare feiten.