Territoriale bevoegdheid inzake erkenning van buitenlandse akte

De rechtbank van eerste aanleg van Brussel deed uitvoerig uitspraak over de territoriale bevoegdheid conform artikel 23 van het wetboek internationaal privaatrecht.

Het wetboek IPR voorziet principieel in een erkenning van een buitenlandse authentieke akte zonder dat er beroep moet worden gedaan op enige procedure. Als een overheid weigert de geldigheid van een akte te erkennen, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg, overeenkomstig artikel 23 wetboek IPR:

  • Dat artikel vermeldt als eerste criterium voor territoriale bevoegdheid de woon- of verblijfplaats van de verweerder.
  • Een ander bevoegdheidscriterium is de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de verzoeker. Als verzoeker geen woon- of verblijfplaats in België heeft, dan is de rechtbank van Brussel territoriaal bevoegd.

De rechtbank van Brussel verduidelijkt deze principes als volgt in haar vonnis van 16 juli 2013:

  • Er is geen verweerder is als de procedure eenzijdig verloopt.
  • In de zaak die aan de rechtbank wordt voorgelegd, zijn er twee verzoekende partijen. De eerste verzoeker heeft zijn woonplaats in Antwerpen, zodat de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen bevoegd zou zijn. De tweede verzoekster woont niet in België, zodat de rechtbank van Brussel bevoegd is. Artikel 23 bepaalt niet welke rechtbank er voorrang zou hebben als er twee verzoekers zijn met een verschillende woonplaats die een andere rechtbank territoriaal bevoegd maken. Verzoekers kunnen dan kiezen tussen die twee rechtbanken.