Sociaal onderzoek voor OCMW-steun gewijzigd

Bij een hulpvraag voor maatschappelijke dienstverlening of maatschappelijke integratie moet het OCMW een sociaal onderzoek uitvoeren. Twee nieuwe Koninklijk Besluiten en een omzendbrief omschrijven de minimumvoorwaarden van een sociaal onderzoek, voor tenlasteneming door de staat van een OCMW-tussenkomst. Deze KB's traden op 24 maart 2014 in werking.

Beide Koninklijke Besluiten bevatten een aantal gemeenschappelijke elementen. Daarnaast bevatten ze ook elementen die specifiek zijn voor een hulpvraag ‘maatschappelijke steun’ of voor een hulpvraag ‘maatschappelijke integratie’.

Gemeenschappelijke elementen

  • Een aantal begrippen worden toegelicht: sociaal onderzoek, sociaal verslag, sociaal dossier, hulpvrager, samenwonende.
  • Het OCMW moet de volgende identificatiegegevens nagaan:
    • naam en voornaam
    • rijksregisternummer of inschrijvingsnummer sociale zekerheid (INSZ)
    • nationaliteit
    • burgerlijke staat
    • samenstelling van het gezin
    • werkelijke verblijfplaats
  • Het OCMW moet de verblijfssituatie nagaan
  • Het OCMW moet een huisbezoek doen: bij opening van een dossier, en telkens opnieuw als het nodig is, en minstens één maal per jaar.
  • Het OCMW moet rekening houden met de bestaansmiddelen van de hulpvrager:
    • Voor maatschappelijke dienstverlening moet het OCMW nagaan of hij al dan niet samenwoont met een partner of echtgenoot en/of een ascendent en/of een descendent tot in de eerste graad, en een overzicht geven van hun bestaansmiddelen. Het OCMW moet ook beknopt de levensomstandigheden beschrijven die een invloed hebben op zijn behoeftigheid.
    • Voor maatschappelijke integratie moet het OCMW ook de gegevens en bestaansmiddelen onderzoeken van de samenwonende en eventuele onderhoudsplichtigen zoals beoogd door artikel 26 van de RMI-wet van 26 mei 2002.
  • Het OCMW moet nagaan of de hulpvrager uitkeringen kan doen gelden of kan genieten volgens de Belgische of buitenlands sociale wetgeving.
  • Het OCMW moet gebruik maken van de elektronische gegevensstromen die via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid worden uitgewisseld. Die gegevensstromen zijn toegevoegd aan het KB.

Elementen specifiek voor een vraag naar maatschappelijke dienstverlening

  • Voor vreemdelingen die een vorm van maatschappelijke dienstverlening krijgen, moet het OCMW ook de volgende gegevens vermelden:
    • de nationaliteit
    • de datum van aankomst in België
    • het verblijfsstatuut (hieronder wordt ook begrepen of de hulpvrager al dan niet wettig in België verblijft)
    • de aanwezigheid van een borgsteller
    • de aanwezigheid van een visum
  • Bij een hulpvraag voor medische kosten moet het OCMW ook nagaan:
    • verzekerbaarheid tegen ziekte in België
    • verzekerbaarheid in het buitenland, behalve wanneer de aanvrager al langer dan een jaar (illegaal) in België verblijft.

Elementen specifiek voor een vraag naar maatschappelijke integratie

  • Er zijn specifieke bepalingen over onderhoudsplichtigen
  • Het OCMW moet de werkbereidheid van de hulpvrager beschrijven. Wanneer er gezondheids- of billijkheidsredenen deze werkbereidheid in de weg staan, moeten deze in het sociaal verslag worden opgenomen. Wanneer een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie is vereist, moet het onderzoek de elementen aanbrengen die de opmaak ervan mogelijk maken.

Bij onvolledig sociaal onderzoek betaalt POD MI onder strikte voorwaarden medische kosten terug aan OCMW

De POD MI zal deze medische kosten dekken wanneer voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • de 30-dagentermijn is bijna bereikt, waardoor het OCMW een beslissing moest nemen,
  • het OCMW kan aantonen dat ze alle noodzakelijke stappen hebben ondernomen voor de realisatie van het sociaal onderzoek,
  • het gebrek aan informatie op het moment van besluitvorming was onafhankelijk van de inspanningen van de maatschappelijk werker.

De POD MI dekt dan deze kosten, zelfs als uit latere informatie zou blijken dat de steun eigenlijk niet verschuldigd was.
Wanneer uit later verkregen informatie blijkt dat de steun niet verschuldigd is, moet het OCMW zijn beslissing herzien en de steun stopzetten. Deze stopzetting mag niet retroactief gebeuren. Het OCMW moet dan wel het nodige doen om deze steun terug te vorderen bij het ziekenfonds of garant en het eventueel terug te betalen aan de Staat.