RvV vernietigt Dublin-asieloverdracht naar Frankrijk in verband met toegang tot gezondheidszorg

In arrest nr. 159.901 van 14 januari 2016 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) de overdracht van een asielzoeker naar Frankrijk in het kader van de Dublin III-verordening nr. 604/2013. De RvV is van mening dat de effectieve toegang tot de gezondheidszorgen in Frankrijk voor de asielzoeker onvoldoende werd onderzocht.

De feiten

Een Algerijnse man diende op 18 mei 2015 een asielaanvraag in België in. Op 19 juni richtte België een overnameverzoek aan Frankrijk op basis van artikel 12, lid 2 van de Dublin III-verordening. De man was immers houder van een geldig visum dat afgeleverd werd door Frankrijk. Frankrijk aanvaardde het overnameverzoek op 13 juli 2015. Op 21 augustus 2015 nam de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) de beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (BGV). Op 21 september 2015 werd een verzoekschrift tot schorsing en vernietiging van deze beslissing ingediend. Ook een medisch dossier werd ingediend waaruit blijkt dat de Algerijnse man hartproblemen heeft die gelinkt werden aan stress en waarvoor de man medicatie nam.

RvV analyse

De RvV baseert zijn redenering op een AIDA-rapport over Frankrijk van 26 januari 2015 en een rapport van de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Nils Muiznieks, van 17 februari 2015. Uit deze rapporten blijkt dat asielzoekers in Frankrijk geconfronteerd worden met lange wachttijden vooraleer de asielaanvraag geregistreerd kan worden. Gedurende deze wachttijden is de effectieve toegang van asielzoekers tot de gezondheidszorgen niet gegarandeerd. De Raad volgt de DVZ niet wanneer ze in haar beslissing stelde dat de toegang tot gezondheidszorgen voor asielzoekers verzekerd is in de wetgeving en in de praktijk. De daadwerkelijke toegang tot publieke hospitalen in Frankrijk verschilt van stad tot stad.

De RvV besluit dat de DVZ het niet nodig geacht heeft de vraag van de effectiviteit van de toegang tot de gezondheidszorgen in Frankrijk voor de Algerijnse man concreet te onderzoeken. De beslissing van weigering van verblijf is op dat vlak dan ook onvoldoende gemotiveerd. De RvV volgt de DVZ niet in zijn vaststelling dat de Algerijnse asielzoeker in goede gezondheid verkeerde. Er werd immers wel degelijk een medisch document afgeleverd dat wijst op een medisch probleem.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen