Rechtspraak veroordeelt OCMW Brussel tot dringende medische hulp aan onwettig verblijvende gezinnen met kinderen zonder opvang

Het OCMW van Brussel weigert systematisch om dringende medische hulp te geven aan onwettig verblijvende gezinnen met minderjarige kinderen. Het OCMW geeft als reden dat Fedasil bevoegd is voor deze gezinnen, ook als zij hun recht op materiële opvang door Fedasil niet opnemen. Vaste rechtspraak van de arbeidsrechtbank van Brussel zegt echter dat het OCMW verplicht blijft om dringende medische hulp te geven aan alle vreemdelingen zonder wettig verblijf die niet in de opvang verblijven, ook aan gezinnen met kinderen die een recht op opvang zouden hebben.

Wettelijk kader

Artikel 1 van de OCMW-wet van 8 juli 1976 bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening. Dit recht moet een menswaardig leven voor iedereen in België mogelijk maken.

Artikel 57, §2, 1° van de OCMW-wet beperkt deze dienstverlening voor mensen zonder wettig verblijf in België tot 'dringende medische hulp'. (Lees meer over dringende medische hulp)

Indien het echter gaat om gezinnen met minderjarige kinderen in onwettig verblijf, is er naast het recht op dringende medische hulp ook een recht op materiële hulp in een federaal opvangcentrum. Dat staat in artikel 57, §2, 2° van de OCMW-Wet, en in artikel 60 van de Opvangwet van 12 januari 2007. (Lees meer over opvang voor gezinnen met kinderen zonder wettig verblijf)

Praktijk van OCMW 1000 Brussel

Het OCMW van Brussel weigert systematisch om dringende medische hulp te geven aan gezinnen met minderjarige kinderen in onwettig verblijf. Het OCMW vindt dat haar bevoegdheid voor die groep beperkt is tot ‘het vaststellen van de behoeftigheid’, zelfs bij een vraag om dringende medische hulp te verlenen. Het verlenen van de dringende medische hulp moet volgens het OCMW gebeuren door Fedasil, in het kader van het verlenen van materiële hulp.

Het OCMW beroept zich hierbij op artikel 60 van de Opvangwet, en op artikel 4 van het K.B. van 24 juni 2004 dat de medische begeleiding als onderdeel noemt van de materiële hulp in een opvangcentrum.

Daarnaast beroept het OCMW zich ook op een zogenaamd akkoord dat op 28 oktober 2011 zou zijn afgesloten met Fedasil. Volgens het OCMW zou Fedasil zich met dit akkoord engageren om de medische zorgen voor deze gezinnen met minderjarige kinderen in onwettig verblijf ten laste te nemen.

Maar Fedasil zegt dat er op de datum van het zogenaamd akkoord enkel een informele vergadering heeft plaatsgevonden waar Fedasil geen enkele verplichting op zich heeft genomen met betrekking tot medische hulp aan deze gezinnen. Het document waar het OCMW naar verwijst, is het verslag van deze informele vergadering. Het Arbeidshof van Brussel volgt deze stelling van Fedasil.

Rechtspraak van arbeidsrechtbank en arbeidshof Brussel

Volgens vaste rechtspraak van de arbeidsrechtbank van Brussel is het OCMW bevoegd om dringende medische hulp te verlenen aan vreemdelingen die illegaal op het grondgebied verblijven, ook als het illegale gezinnen met minderjarige kinderen betreft. Het feit dat deze gezinnen ook materiële hulp kunnen vragen in het kader van de Opvangwet en het K.B. van 24 juni 2004 ontslaat het OCMW niet van de verplichting hen dringende medische hulp te verlenen.

Twee mogelijkheden naast elkaar

De Brusselse arbeidsrechtbank ziet in artikel 57, §2 van de organieke OCMW-wet twee hypotheses: de eerste hypothese (§2, 1°) slaat op de vreemdeling, al dan niet minderjarig, die illegaal in België verblijft en aan het OCMW 'dringende medische hulp' vraagt. De tweede hypothese (§2, 2°) betreft onwettig verblijvende gezinnen met minderjarige kinderen die materiële hulp vragen in het kader van de opvangwet. In deze hypothese gaat het OCMW de ‘behoeftigheid’ na en moet Fedasil voor materiële hulp zorgen in een opvangcentrum. Deze materiële hulp houdt ook een medische begeleiding in (artikel 23 e.v. van de Opvangwet).

Het OCMW van Brussel haalt deze twee los van elkaar bestaande mogelijkheden door elkaar.

Enige voorwaarden voor OCMW dringende medische hulp

De enige voorwaarden die het OCMW moet onderzoeken voor dringende medische hulp, zijn de staat van behoeftigheid, de noodzakelijkheid van de medische zorgen, de territoriale bevoegdheid van het OCMW en het illegaal verblijf van de aanvragers.

Wanneer een onwettig verblijvend gezin met minderjarige kinderen geen aanspraak maakt op materiële hulp in de zin van de opvangwet maar illegaal op het grondgebied verblijft, weerhoudt dit de toepassing van artikel 57, §2, 1° van de OCMW-wet niet.

Dringende medische hulp is specifiek voorzien voor mensen in illegaal verblijf, zonder beperking in de tijd en zonder gelieerd te zijn aan de motieven van het onwettig verblijf.

Informatieplicht OCMW

De arbeidsrechtbank oordeelt daarenboven dat het OCMW een informatieplicht heeft jegens personen in onwettig verblijf en hen moet informeren over de dringende medische hulp en, in geval van aanwezigheid van een minderjarige, over de materiële hulp die ze kunnen vragen aan Fedasil.

Afwijkende beschikking teruggefloten

In een afwijkende beschikking heeft de arbeidsrechter in kortgeding Fedasil veroordeeld tot het ten laste nemen van de medische kosten van een onwettig verblijvend gezin met minderjarige kinderen. De rechter leest artikel 25, §4 van de Opvangwet zo dat de medische begeleiding ten laste valt van Fedasil, zelfs als de begunstigde van de opvang niet in het opvangcentrum verblijft. De rechter beschouwt artikel 57, §2, 2° van de OCMW-wet als afwijkend van de algemene regel in artikel 57, §2, 1°.

Het Arbeidshof heeft de rechter in kortgeding teruggefloten en het OCMW veroordeeld tot het ten laste nemen van de dringende medische hulp. Artikel 60 van de Opvangwet is alleen van toepassing op een aanvraag tot materiële hulp van gezinnen met kinderen in onwettig verblijf. Voor de medische begeleiding van mensen die niet in de opvang verblijven is Fedasil volgens artikel 25, §4 van de Opvangwet alleen bevoegd voor asielzoekers, en niet voor gezinnen met minderjarige kinderen die illegaal op ons grondgebied verblijven.

Informele vergadering verplicht Fedasil niet tot OCMW-taak

Het Arbeidshof van Brussel zegt dat Fedasil geen enkele verplichting heeft met betrekking tot het recht op OCMW-steun voor dringende medische hulp aan gezinnen met kinderen zonder wettig verblijf die niet in de opvang verblijven. Het zogenaamde akkoord van 28 oktober 2011 is slechts het verslag van een informele vergadering. Het lijkt niet goedgekeurd te zijn door Fedasil, en het lijkt niet conform de toepasselijke wetgeving en reglementering.

Bericht van Foyer vzw

Extra informatie