OCMW-steun aan minderjarige vluchteling met illegaal verblijvende ouder

Een minderjarige erkende vluchteling wiens ouders geen verblijfsrecht hebben, heeft recht op maatschappelijke dienstverlening door het OCMW. In de praktijk neemt de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) deze financiële steun ten laste, ook al kan een minderjarige normaal maar begunstigde zijn als er geen persoon is die het ouderlijk gezag, de voogdij of de materiële bewaring heeft.

Dat volgt uit twee FAQ’s van de POD MI. De VVSG gaf verdere toelichting in een bericht in M-Weter.

Recht op maatschappelijke dienstverlening terugbetaald ook al is er een ouder

Wanneer het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) een minderjarig kind erkent als vluchteling, krijgen de familieleden van het kind (meestal de moeder, soms ook broers en zussen) niet automatisch een verblijfsrecht.

De POD MI bevestigt in een FAQ dat de minderjarige erkende vluchteling dan recht heeft op maatschappelijke dienstverlening.

De POD MI zal volgens een andere FAQ de aan die minderjarige toegekende financiële steun ten laste nemen. Deze FAQ van de POD MI is een soepele afwijking van artikel 1 van het ministerieel besluit (MB) van 30 januari 1995. Volgens dit MB kan een minderjarige maar begunstigde zijn als er geen persoon is die het ouderlijk gezag, de voogdij of de materiële bewaring heeft. De POD MI zegt er in de FAQ wel bij dat deze soepele praktijk in afwachting is van een verdere uitklaring van de situatie door de asielinstanties.

Vanaf wanneer

  • Als de betrokkenen niet in een opvangstructuur verblijven en OCMW-steun vragen, kan de financiële steun toegekend worden vanaf de datum van de erkenning als vluchteling.
  • Als de betrokkenen in een opvangstructuur verblijven, begint de termijn van 2 maanden om de opvangstructuur te verlaten, te lopen vanaf de betekening van de erkenningsbeslissing. Zodra zij de opvangstructuur verlaten hebben, kan het OCMW van de nieuwe woonplaats de financiële steun toekennen.

Categorie 'samenwonende' of 'alleenstaande'

Volgens de FAQ van de POD MI moet het OCMW in het sociaal onderzoek nagaan of de personen onder hetzelfde dak wonen en de huishoudelijke aangelegenheden gemeenschappelijk regelen. Als dit zo is, kent het OCMW de categorie 'samenwonende' toe.

De VVSG wijst er in M-Weter op dat het OCMW in het sociaal onderzoek moet nagaan of de samenwoonst een financieel-economisch voordeel oplevert. Meestal zal de samenwoonst met de illegaal verblijvende moeder of vader en de eventuele broers en zussen geen financieel-economisch voordeel opleveren en kan bijgevolg de categorie 'alleenstaande' toegekend worden. Dat zegt de rechtspraak (lees meer in een VVSG-nota).

De VVSG vermeldt in M-Weter nog dat als er meerdere kinderen erkend worden als vluchteling, aan elk kind de categorie 'samenwonende' kan toegekend worden.

Categorie 'gezinslast'?

Volgens het VVSG-bericht in M-Weter zou het OCMW een categorie 'gezinslast' moeten overwegen.

  • Ten eerste stelt rechtspraak van het Grondwettelijk Hof dat er bij de toekenning van OCMW-steun aan een minderjarig Belgisch kind met een illegaal verblijvende ouder rekening moet worden gehouden met de gezinssituatie.
  • Ten tweede stelt vaste rechtspraak dat de beperking van de maatschappelijke dienstverlening tot dringende medische hulp niet toegepast mag worden op illegaal verblijvende vreemdelingen die in een situatie van overmacht verkeren. De aanwezigheid van een minderjarig erkend kind dat niet naar zijn land kan terugkeren, is er zo’n situatie van overmacht voor de moeder. De moeder kan dan zelf een recht openen op maatschappelijke dienstverlening.

Opdat de POD MI de categorie 'gezinslast' ten laste neemt, is wel een veroordeling door de rechter nodig.