Nieuwe instructie Fedasil over niet-begeleide minderjarigen in collectieve opvang die een verblijfsvergunning krijgen

Sinds 23 juli 2015 gelden nieuwe instructies van Fedasil voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) die in een collectief opvangcentrum wonen en die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden krijgen en voldoende autonoom zijn. De nieuwe instructie vervangt gedeeltelijk de instructie van 17 februari 2012 over het einde van de materiële hulp van NBMV.

Vanaf 23 juli 2015 worden NBMV in de collectieve opvang die een verblijfsrecht van meer dan drie maanden gekregen hebben (ook vóór deze instructie van kracht was), voor zes maanden en verlengbaar toegewezen aan een individuele opvangstructuur (van een NGO, of een LOI of lokaal opvanginitiatief van een OCMW). Daar worden ze begeleid in de zoektocht naar een woning en bij de overgang naar financiële OCMW-steun, en bij de integratie in de samenleving (progressieve zelfstandigheid in het dagelijks, sociaal en relationeel leven, en in de administratieve opvolging).

Voorwaarden:

  • Wat betreft verblijf vermeldt de instructie minderjarigen aan wie een toekenning van subsidiaire bescherming, de vluchtelingenstatus, een humanitaire of medische regularisatie (gegronde artikel 9bis of 9ter Verblijfswet), een verblijfsvergunning als niet-begeleide minderjarige in het kader van een duurzame oplossing, of een positieve beslissing van gezinshereniging werd betekend. Het gaat om verblijfsbeslissingen die recht geven op een A, B of F kaart, maar er moet niet gewacht worden tot de A, B of F kaart effectief afgeleverd is. (De instructie vermeldt niets over de niet-begeleide Europese minderjarigen of NBEM die een E kaart krijgen; het lijkt ons logisch dat de instructie ook op hen zou toegepast worden; ook NBEM hebben recht op opvang volgens de Opvangwet.)
  • De NBMV moet minimaal 16 jaar oud zijn (hiervan kan afgeweken worden als de NBMV 15 jaar maar voldoende autonoom is);
  • De NBMV moet minstens 4 maanden in een collectief opvangcentrum hebben verbleven (hiervan kan worden afgeweken als de NBMV voldoende autonoom is);
  • De NBMV moet over een minimale capaciteit tot communicatie beschikken;
  • De NBMV vormt geen objectief gevaar voor zichzelf of ten aanzien van andere bewoners (bijv. in geval van medische problemen moet de NBMV in staat zijn voor zichzelf te zorgen)

Procedure

Van zodra de minderjarige de beslissing over zijn verblijf ontvangt, wordt hij door de sociaal assistent uitgenodigd voor een gesprek waarin de gevolgen voor de opvang worden uitgelegd. De voogd moet hier ook bij aanwezig zijn. Een dag na dit gesprek moet de sociaal assistent een aanvraag tot wijziging van de verplichte plaats van inschrijving aan Fedasil sturen. Wanneer Fedasil een individuele opvangplaats toewijst, heeft de NBMV 5 werkdagen om te verhuizen. Indien de minderjarige weigert te verhuizen, zal hem binnen maximaal 3 werkdagen een einde steunbeslissing overhandigd worden, waarin hem gevraagd zal worden de collectieve opvang binnen 3 werkdagen te verlaten.

De minderjarige of de voogd kan tijdens het gesprek aangeven dat er een onmiddellijke oplossing is qua huisvesting: in dat geval heeft de minderjarige 15 dagen om de collectieve opvang te verlaten. Indien dit toch niet lukt, kan er alsnog een aanvraag tot transfer naar individuele opvang ingediend worden.

De transfer naar individuele opvang kan tijdelijk uitgesteld worden in deze gevallen:

  • Indien de minderjarige onvoldoende autonoom is op het moment van het bekomen van het verblijf
  • Indien de minderjarige een verblijf bekomt tussen 1 april en het einde van het schooljaar en hij zijn schooljaar vanuit de collectieve structuur wil afwerken
  • Indien de NBMV werd aangemeld bij Integrale Jeugdhulp en een positief antwoord kreeg, en in afwachting van de toekenning van een specifieke plaats in dat kader langer in het collectief opvangcentrum wil blijven.

In deze gevallen moet de sociaal assistent alsnog een aanvraag tot transfer indienen, maar dan met vermelding van een termijn waarbinnen de transfer wel mogelijk zal zijn. Fedasil zal dan beslissen hoe lang het verblijf in de collectieve opvangstructuur kan verlengd worden.

6 maanden en verlengbaar in individuele opvangstructuur

Na de transfer krijgen de NBMV en de individuele opvangstructuur 6 maanden tijd om de transitie tot een succesvol einde te brengen. Indien deze termijn te kort blijkt, kan er uitstel aangevraagd worden bij Fedasil, met behulp van een vooruitgangsrapport, ten laatste 1 maand voor het einde van het recht op materiële hulp. Uitstel kan toegekend worden per zes maanden, en dit tot de betrokkene 17 jaar en zes maanden oud is. Na die leeftijd zal er geval per geval beslist worden. Indien de jongere pas na zijn 17 jaar en 6 maanden in de individuele opvang aankomt, moet er een aanvraag tot uitstel ingediend worden als een verhuis voor de leeftijd van 18 jaar niet mogelijk blijkt.

Overgangsmaatregel voor NBMV die al in individuele opvangstructuur wonen

Er is ook een overgangsmaatregel voor NBMV met een lopende procedure die in een individuele structuur verblijven. Ook zij hebben nadat ze een verblijfsrecht voor meer dan drie maanden krijgen, recht op een traject van 6 maanden.

De NBMV zonder perspectief op definitief verblijf die in een individuele structuur verblijven, worden niet automatisch getransfereerd naar een andere opvangplaats. Zij hebben wel de mogelijkheid om in te stappen in het My Future traject.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Kruispunt M-I