DVZ moet voor bevel tot terugbrenging NBMV altijd opvang en tenlasteneming nagaan

In een arrest van 2 februari 2015 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een bevel tot terugbrenging van een niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) omdat DVZ geen enkel onderzoek had gedaan naar de opvang en tenlasteneming in het land waarnaar de NBMV zou moeten terugkeren. De RvV vond dat een inbreuk op de zorgvuldigheidsplicht en op artikelen 74/13 en 74/16, §2 van de Verblijfswet.

DVZ heeft een onderzoeksplicht, ook als de voogd geen duurzame oplossing voorstelt, en ook als de voogd geen verblijfsprocedure voor NBMV heeft opgestart.

In casu werd de asielprocedure negatief afgesloten. De voogd heeft nagelaten om de bijzondere verblijfsprocedure voor NBMV op te starten. DVZ meende daarom niet anders te kunnen dan een bevel tot terugbrenging af te leveren. Artikel 7, lid 1, 1° Vw zegt immers dat DVZ een bevel om het grondgebied te verlaten moet afleveren aan wie in België verblijft zonder de vereiste documenten. Minderjarigen die illegaal op het grondgebied verblijven, krijgen geen bevel om het grondgebied te verlaten maar DVZ geeft een bevel tot terugbrenging van de NBMV aan de voogd.

RvV arrest nr. 137.706 van 2 februari 2015 wijst echter op enkele bijzondere plichten van DVZ met betrekking tot minderjarigen, met name voor de terugkeer van derdelands minderjarigen:

  • Vooraleer een uitwijzingsbeslissing te nemen, moet DVZ altijd rekening houden met het hoger belang van het kind (artikel 74/13 Vw).
  • Voor een NBMV moet DVZ vóór de uitwijzingsbeslissing nagaan of er garanties zijn qua opvang en tenlasteneming van de NBMV in zijn land van herkomst of in het land waar hij wettig verblijft, gelet op zijn behoeften volgens zijn leeftijd en graad van zelfstandigheid (artikel 74/16, §2 Vw).
  • DVZ moet ook het zorgvuldigheidsbeginsel toepassen. DVZ kan geen genoegdoening nemen met de asielbeslissing van CGVS. Het CGVS moet een ander onderzoek verrichten, over de criteria die bepaald zijn in de Vluchtelingenconventie. De DVZ heeft een eigen onderzoeksplicht naar de opvang en tenlasteneming van een NBMV.

Uit het bevel tot terugbrenging blijkt niet dat DVZ daarnaar onderzoek heeft gedaan. Daarom vernietigt de RvV het bevel tot terugbrenging.

De RvV wijst ook op het Grondwettelijk Hof arrest nr. 106/2013 van 18 juli 2013. De gebonden bevoegdheid van DVZ om een uitwijzingsbevel te geven aan wie illegaal verblijft, moet samengelezen worden met de artikelen 61/18, 74/13 en 74/16 Vw en kan maar ontstaan nadat DVZ deze plichtplegingen heeft vervuld.