Bijdrage in administratieve kost voor verblijfsaanvragen vanaf 2 maart 2015

Laatst bijgewerkt in mei 2022

Voor bepaalde soorten verblijfsaanvragen moet vanaf 2 maart 2015 een retributie betaald worden. In twee arresten van 11 september 2019 vernietigde de Raad van State de essentiële uitvoeringsbesluiten daarvan (RvS nrs 245.403 en 245.404). Lees hierover ons nieuwsbericht. DVZ betaalde (een deel van) de oude retributies terug, maar bleef toch de volledige retributies eisen vanaf 3 januari 2019. Die bedragen zijn nog geïndexeerd op 1 juni 2020 en 1 juni 2021. Nochtans vernietigde de RvV weigeringsbeslissingen van DVZ omdat DVZ onbevoegd was om nog retributies te eisen: lees hierover ons nieuwsbericht.

Vanaf 26 mei 2022 geldt nieuwe regelgeving die tegemoet komt aan de rechtspraak. Het koninklijk besluit van 9 februari 2022 vervangt artikel 1/1/1 van het Verblijfsbesluit. Lees hierover ons nieuwsbericht.

Hieronder vindt u de oude informatie, bij wijze van historisch overzicht. Onderstaande info gold dus maar tot 25 mei 2022.

Personen die vanaf 2 maart 2015 een bepaalde soort verblijfsaanvragen willen indienen, moeten vooraf een retributie betalen: dat is een bijdrage in de administratieve kosten van de Dienst Vreemdelingenzaken voor behandeling van de aanvraag. Het betalen van deze bijdrage is een ontvankelijkheidsvoorwaarde voor sommige visa type D en voor sommige verblijfsaanvragen in België.

Je moet vooraf een overschrijving doen op een bankrekeningnummer van DVZ, met een specifieke mededeling. Wie geen betalingsbewijs voorlegt, krijgt een beslissing dat zijn aanvraag onontvankelijk is.

De wettelijke basis voor deze bijdrage is de programmawet van 19 december 2014. Het Koninklijk Besluit van 16 februari 2015 regelde de bedragen en de praktische inning ervan. Deze regeling trad in werking op 2 maart 2015. Dit KB is echter vernietigd door Raad van State arrest nr. 245.404 van 11 september 2019.

Het Koninklijk Besluit van 8 juni 2016 stelt studenten en onderzoekers met een bepaalde beurs vrij (vanaf 26 juni 2016), en regelt nog enkele praktische zaken. Dit KB is niet vernietigd door de Raad van State maar lijdt aan dezelfde onwettigheden als het vernietigde KB van 16 februari 2015.

Het Koninklijk Besluit van 14 februari 2017 verhoogde de bedragen en trad in werking op 1 maart 2017. Dit KB is echter vernietigd door Raad van State arrest nr. 245.403 van 11 september 2019. Het vernietigde KB van 14 februari 2017 was echter al vervangen door het KB van 12 november 2018 in functie van de gecombineerde vergunning, en door het KB van 6 juni 2019 in functie van de Europese blauwe kaart. Tegen deze laatste KB's werd geen annulatieberoep ingediend, maar ze lijden wel aan dezelfde onwettigheden als de vernietigde KB's. Tenslotte is er nog het KB van 22 juli 2018 dat de retributie aan het indexcijfer van de consumptieprijzen koppelt.

Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 22 februari 2018 stelt personen die erkend werden als staatloze door de familierechtbank vrij van de betaling van deze bijdrage.

De DVZ geeft uitleg in verschillende mededelingen en stelt enkele formulieren ter beschikking op zijn website (zie onderaan voor meer info).

Welke bedragen voor welke verblijfsaanvragen?

De bijdrage moet per persoon van 18 jaar en ouder (en per aanvraag zoals vermeld hieronder) betaald worden.

De bijdrage is verplicht voor aanvragen voor een “machtiging of toelating tot verblijf” die ingediend worden op grond van bepaalde artikels van de Verblijfswet van 15-12-1980 (Vw). Voor bepaalde categorieën voorziet het Verblijfsbesluit van 08-10-1981 (Vb) een vrijstelling, zodat de verblijfsaanvraag gratis is.

Het bedrag van de bijdrage hangt af van het soort aanvraag. Deze verschillen worden niet verantwoord door een verschil in de administratieve kosten van DVZ, maar wel door supranationale wetgeving die een hogere betaling zou verbieden, en door het bijzonder karakter van sommige categorieën van vreemdelingen en van aanvragen (verslag aan de Koning). De bedragen staan in het Verblijfsbesluit van 08-10-1981 (Vb).

Voor aanvragen vanaf 1 maart 2017 verhoogde de federale retributie voor het indienen van bepaalde verblijfsaanvragen; maar Raad van State arrest nr. 245.403 van 11 september 2019 heeft die verhoging vernietigd. Een later KB dat niet voor de RvS aangevochten is, had de verhoogde bedragen echter al hernomen. Voor aanvragen vanaf 1 juni 2019 is dat bedrag nog geïndexeerd, en vanaf 1 juni 2020 opnieuw maar DVZ liet weten die laatste indexering pas vanaf 1 augustus 2020 te eisen. De Raad van State (afdeling wetgeving) stelde vragen bij de evenredigheid van de verhoging sinds 1-03-2017, waarop de regering per doelgroep heeft geantwoord in het verslag aan de Koning voor het Koninklijk Besluit van 14 februari 2017. De Raad van State (afdeling administratie) heeft op 11 september 2019 de KB's vernietigd omdat de Belgische staat niet heeft aangetoond dat het bedrag van de retributie in een redelijke verhouding staat tot de kostprijs van de geleverde dienst.

Voor aanvragen vanaf 26 mei 2022 geldt een nieuw KB met volledig nieuwe bedragen volgens een andere logica (in verhouding tot de geleverde dienst): lees daarvoor ons nieuwsbericht.

Hieronder leest u welke bedragen gevraagd werden voor welke verblijfsaanvragen van 2 maart 2015 tot 25 mei 2022:

366 euro tot 25 mei 2022 (origineel 215 euro tot 28 februari 2017, 350 euro tot 31 mei 2019, 358 euro tot 31 mei 2020 en 363 euro tot 1 juni 2021) voor een verblijfsaanvraag op grond van:

  • art. 9bis Vw (regularisatie om humanitaire redenen, bijvoorbeeld van de ouder van een verblijfsgerechtigd derdelands kind of van een meerderjarige derdelander of Belg, of van een vreemdeling met onredelijk lange verblijfsprocedure, of van een vreemdeling in prangende humanitaire omstandigheden, …) behalve uitzonderingen:
    • vanaf 26 juni 2016 gratis voor studenten en onderzoekers die een beurs van een bepaalde overheid of instelling hebben, en die dat bewijzen met een standaardformulier.
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 9 Vw (bijvoorbeeld humanitaire visa), behalve uitzonderingen:
    • gratis voor begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije
    • vanaf 26 juni 2016 gratis voor studenten en onderzoekers die een beurs van een bepaalde overheid of instelling hebben, en die dat bewijzen met een standaardformulier.
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 19, §2 Vw (machtiging tot terugkeer na afwezigheid van langer dan 1 jaar), behalve uitzonderingen:
    • gratis voor begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije
    • gratis voor erkende vluchtelingen en hun gezinsleden
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art.61/11 Vw (onderzoekers), behalve uitzonderingen:
  • art. 61/26 Vw (verblijf als hoogopgeleide derdelander met Europese blauwe kaart), behalve uitzonderingen:
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 61/25-1 Vw (gecombineerde vergunning), behalve uitzonderingen:
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 61/29-4 Vw (seizoenarbeiders), behalve uitzonderingen:
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 61/34 Vw (binnen een onderneming overgeplaatste personen), behalve uitzonderingen:
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art. 61/45 Vw (binnen een onderneming overgeplaatste persoon in het kader van lange-termijnmobiliteit binnen de EU), behalve uitzonderingen:
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.

209 euro tot 25 mei 2022 (origineel 160 euro tot 28 februari 2017, 200 euro tot 31 mei 2019, 204 euro tot 31 mei 2020 en 207 euro tot 1 juni 2021) voor een verblijfsaanvraag op grond van:

  • art. 58 Vw (derdelanders die als student hoger onderwijs of voorbereidend jaar in België willen verblijven), behalve uitzonderingen:
  • art. 10 of 10bis Vw (gezinshereniging met een verblijfsgerechtigde derdelander, vreemdeling die de voorwaarden om (opnieuw) Belg te worden vervult, vrouw die voor 1984 de Belgische nationaliteit verloren heeft door haar huwelijk of doordat haar echtgenoot een vreemde nationaliteit verwierf), behalve uitzonderingen:
    • gratis voor gezinshereniging met een erkende vluchteling of met een persoon met subsidiaire beschermingsstatus
    • gratis voor gezinshereniging van een alleenstaand gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar
    • gratis voor begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank
    • lager tarief voor gezinshereniging met een langdurig ingezeten derdelander in een ander EU-land die een tweede verblijf in België vraagt (zie verder)
  • art. 40ter Vw (gezinshereniging met een Belg), behalve uitzonderingen:
    • gratis voor aanvragen gezinshereniging ingediend door familieleden van een Belg die zijn recht op vrij verkeer uitgeoefend heeft
    • gratis voor gezinshereniging van een alleenstaand gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar, en dat een attest voorlegt van de Belgische diplomatieke of consulaire post dat het omwille van de handicap niet in de eigen behoeften kan voorzien
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank

63 euro tot 25 mei 2022 (origineel 60 euro tot 31 mei 2019, 62 euro tot 31 mei 2020) voor een verblijfsaanvraag op grond van:

  • art.61/7 Vw (langdurig ingezetenen in een ander EU-land die in België een tweede verblijf aanvragen), behalve uitzonderingen:
    • vanaf 26 juni 2016 gratis voor de studenten en de onderzoekers die een beurs van een bepaalde overheid of instelling hebben, en die dat bewijzen met een standaardformulier.
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank.
  • art.10 of 10bis Vw voor familieleden die zich herenigen met een derdelander die in een andere EU-lidstaat langdurig ingezeten is en die een tweede verblijf in België aanvraagt (voor zover ze al deel uitmaakten van hetzelfde gezin), behalve uitzonderingen:
    • gratis voor begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije
    • gratis voor gezinshereniging van een alleenstaand gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar
    • gratis voor gezinshereniging met een erkende vluchteling of met een persoon met subsidiaire beschermingsstatus
    • gratis als je erkend werd als staatloze door de familierechtbank

Ook bijdrage voor statuutswijziging om een van deze verblijfsredenen

Wie al een kort of tijdelijk verblijf in België heeft en een van bovengenoemde verblijfsaanvragen indient (van kort naar lang verblijf of van de ene naar de andere verblijfsreden in België), moest ook de bijdrage daarvoor betalen.

Vaak verloopt zo’n “statuutswijziging” via de procedure van artikel 25/2 van het Verblijfsbesluit van 8 oktober 1981 (Vb):

  • De wettelijke basis van aanvragen op grond van artikel 25/2 Vb is bijvoorbeeld artikel 9 Vw, of artikel 19, §2 Vw (machtiging tot terugkeer), of artikel 58 Vw (derdelands student), of artikel 61/7 Vw (tweede verblijf in België van langdurig ingezetene in EU-land), of artikel 61/11 Vw (onderzoeker met gastovereenkomst).
  • Het bedrag van de bijdrage hangt dan af van de nieuwe verblijfsreden die de vreemdeling inroept. Voor verblijfsaanvragen op grond van artikel 61/7 Vw geldt een bijdrage van 63 euro tot 25 mei 2022 (60 euro tot 31 mei 2019 en 62 euro tot 31 mei 2020); voor verblijfsaanvragen op grond van artikel 58 Vw is dat 209 euro tot 25 mei 2022 (160 euro tot 28 februari 2017, 200 euro tot 31 mei 2019, 204 euro tot 31 mei 2020 en 207 euro tot 1 juni 2021); voor verblijfsaanvragen op grond van artikel 9, 19, §2, 61/7 of 61/11 Vw geldt 366 euro tot 25 mei 2022 (215 euro tot 28 februari 2017, 350 euro tot 31 mei 2019, 358 euro tot 31 mei 2020 en 363 euro tot 1 juni 2021).

Geen bijdrage voor andere verblijfsaanvragen, voor inschrijving met visum type D, voor verlenging of vernieuwing van verblijf

Er is geen bijdrage in de administratieve kost van andere verblijfsaanvragen, zoals:

  • een visum type C (toerisme, kort zakenverblijf, kort verblijf met oog op het afsluiten van een huwelijk of wettelijke samenwoning, ...)
  • een asielaanvraag, of de toelating tot verblijf na erkenning als vluchteling (artikel 49 Vw) of de machtiging tot verblijf na subsidiaire bescherming (artikel 49/2 Vw),
  • een medische regularisatie-aanvraag of –toekenning (artikel 9ter Vw),
  • het recht op terugkeer gedurende een jaar (artikel 19, §1 Vw),
  • het verblijf van een slachtoffer van mensenhandel of –smokkel (artikel 61/2 tot 61/5 Vw),
  • het verblijf als EU-burger of EER-onderdaan of Zwitser voor het vrij personenverkeer binnen de EU (artikel 40 Vw) en als hun familielid (artikel 40bis of 47/1 Vw)
    • Moeten echter wel betalen: EU-, EER- of Zwitserse burgers wiens verblijfsaanvraag gebaseerd is op gezinshereniging met een Belg (artikel 40ter Vw) of met een derdelander (artikel 10 of 10bis Vw) of op een humanitaire regularisatie (artikel 9bis) of op een andere verblijfsaanvraag waarvoor een bijdrage geldt.

Wel voor visum type D, niet voor inschrijving daarna:

  • De bijdrage in administratieve kost moet alleen betaald worden bij de aanvraag voor een machtiging of toelating tot verblijf op grond van de eerder genoemde wetsartikelen.
  • Zo is de bijdrage verschuldigd voor de aanvraag voor een visum type D op grond van een genoemd wetsartikel (bijvoorbeeld: artikel 9 Vw voor arbeidsmigratie, of artikel 10, 10bis of 40ter Vw voor gezinshereniging, of artikel 58 Vw voor derdelands studentenverblijf, …).
    • De bijdrage geldt niet voor wie een inschrijving op de gemeente vraagt op basis van een visum type D. Het visum type D is al een toelating of machtiging tot verblijf, waarvoor al een bijdrage betaald is als ze vereist is.

Niet voor verlenging of vernieuwing van hetzelfde verblijfsstatuut:

  • De bijdrage is niet vereist voor verlengingen of vernieuwingen van een tijdelijke machtiging of toelating tot verblijf. De verlengingen of vernieuwingen gebeuren in feite op grond van artikel 13 Vw, en niet rechtstreeks op grond van bijvoorbeeld artikel 9 of 10 of 10bis of 58 Vw.
    • De bijdrage geldt wel voor een statuutswijziging (een verblijf voor een andere verblijfsreden): zie hierboven.

Niet voor C, D, E+ of F+ kaart:

  • Er geldt geen bijdrage voor aanvragen van een machtiging tot vestiging (C kaart) of van de status van langdurig ingezetene in België (D kaart) of van een duurzaam verblijfsrecht (E+ of F+ kaart).

Interpretatie van de vrijstelling van Turken en hun gezin

Wie is begunstigde van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije, van 12 september 1963?

  • Turkse werknemers en zelfstandigen (dienstverrichters)
  • Hun gezinsleden

De vrijstellingen van bijdrage zijn alleen voor specifieke verblijfsaanvragen (zoals hierboven vermeld). Volgens de programmawet zijn bijvoorbeeld de begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije:

  • wel vrijgesteld van de bijdrage voor een verblijfsaanvraag op grond van artikel 9, 10, 10bis, 19, §2 Vw,
  • niet vrijgesteld voor een verblijfsaanvraag op grond van artikel 9bis, 40ter, 58, 61/7, 61/11, 61/26 Vw.

Deze beperking qua vrijstellingen roept vragen op naar de verenigbaarheid hiervan met het verbod op discriminatie en de standstill verplichting van de associatieovereenkomst EU-Turkije:

  • Artikel 61/7, 61/11, 61/26, 61/25-1, 61/29-4, 61/34, 61/45 Vw: dit kunnen ook aanvragen betreffen van Turkse werknemers of zelfstandigen. Volgens de programmawet zijn die aanvragen niet vrijgesteld van de bijdrage, terwijl hun familieleden die gezinshereniging met hen aanvragen wel vrijgesteld zijn van de bijdrage.
  • Artikel 40ter Vw: het Hof van Justitie arrest Kahveci en Inan van 29 maart 2012 zegt dat een Turk met dubbele nationaliteit (bv. Belgisch en Turks) en zijn familie nog begunstigde van de associatieovereenkomst EU-Turkije kan zijn.

Interpretatie van het vrij personenverkeer van een Belg en zijn familielid

Het Hof van Justitie arrest van 12 maart 2014 sprak zich hierover uit:

Artikel 21 VWEU geeft een afgeleid verblijfsrecht aan een derdelands familielid van een Belg die verblijft in België, op voorwaarde dat:

  • de Belg een gezinsleven met de derdelander heeft opgebouwd of bestendigd in een andere EU-lidstaat,
  • en de Belg daadwerkelijk in de andere EU-lidstaat verbleef krachtens en volgens de bepalingen van richtlijn 2004/38/EG inzake een verblijfsrecht van meer dan drie maanden (bijv. als werknemer, zelfstandige, student, of met overige bestaansmiddelen; en niet slechts voor een kort verblijfsrecht zoals weekends of vakanties).

Artikel 45 VWEU (= vrij verkeer van EU werknemers) geeft een afgeleid verblijfsrecht aan een derdelands familielid van een Belg die verblijft in België, op voorwaarde dat:

  • de Belg regelmatig als werknemer naar een andere EU-lidstaat gaat,
  • en een weigering van verblijfsrecht aan het familielid de Belg ervan zou weerhouden om zijn recht op vrij verkeer van werknemers daadwerkelijk uit te oefenen (het is aan de nationale rechter om dit concreet na te gaan). In dat geval is het geen vereiste dat het familielid samen met de Belg in een andere EU-lidstaat verblijft.

Hoe moet het bedrag betaald worden?

  • De bijdrage moet via overschrijving op bankrekening BE57 6792 0060 9235 betaald worden, met als begunstigde de FOD Binnenlandse Zaken, Dienst Vreemdelingenzaken, Pachecolaan 44, 1000 Brussel.
  • De bijdrage kan door betrokkene zelf of door een derde betaald worden.
  • In de mededeling van de overschrijving moet de naam, voornaam, nationaliteit en geboortedatum van de aanvrager vermeld worden. Vroeger moest ook de reden van verblijf vermeld worden, maar dat is geschrapt door het KB van 8 juni 2016. De mededeling moet ook geen speciale tekens meer bevatten. De mededeling moet als volgt: NaamVoornaamNationaliteitDDMMJJJJ

Hoe verloopt de procedure?

De vreemdeling moet bij het indienen van de verblijfsaanvraag (op de Belgische diplomatieke post of bij de gemeente) het bewijs leveren dat hij de bijdrage betaald heeft. Bijvoorbeeld via:

  • een rekeninguittreksel
  • of een stortingsbewijs met een stempel van de post

Indien geen betalingsbewijs wordt voorgelegd, werd de aanvraag onontvankelijk verklaard door de overheid die de verblijfsaanvraag in ontvangst neemt (de Belgische diplomatieke post of de gemeente) of er een beslissing over neemt (de DVZ). Er werd een bijlage 42 (beslissing van niet-ontvankelijkheid) afgeleverd.

Indien bewijs geleverd wordt dat de bijdrage gedeeltelijk betaald is, kreeg de vreemdeling de vraag om de betaling van het resterende bedrag binnen een termijn van 30 dagen (termijn loopt vanaf de dag na de dag van kennisgeving van de beslissing) uit te voeren. Hij kreeg een bijlage 43. Indien de betaling binnen deze termijn niet gebeurd én bewezen is, kreeg hij een bijlage 42. Volgens het KB behoudt de DVZ het reeds gestorte bedrag.

De gemeente of diplomatieke post stuurde een kopie van de bijlage 42 en 43 naar de DVZ.

De Raad van State arresten van 11 september 2019 vernietigden ook de bevoegdheid van DVZ, gemeenten of Belgische diplomatieke post om een onontvankelijkheidsbeslissing te nemen. Ook de bijlage 42 is vernietigd.

Tegen de bijlage 42 en 43 kan een (niet-schorsend) beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) ingediend worden. De RvV vernietigde al weigeringsbeslissingen van DVZ omdat de bedragen onwettig zijn en DVZ niet meer bevoegd is.

Te veel of onterecht betaald?

Het KB regelt niet wat er gebeurt als je te veel hebt betaald. DVZ erkent ondertussen het recht op terugbetaling van een per vergissing betaalde bijdrage (te veel of onterecht betaald). De weigering van de verblijfsaanvraag geeft geen recht op terugbetaling van de retributie.

  • Artikel 1376 van het Burgerlijk Wetboek zegt: “Hij die bij vergissing of met zijn weten iets ontvangen heeft dat hem niet verschuldigd was, is verplicht het terug te geven aan degene van wie hij het ontvangen heeft zonder dat het verschuldigd was.” Artikel 1377 van het Burgerlijk Wetboek zegt ook: “Wanneer een persoon die bij vergissing meende schuldenaar te zijn, een schuld betaald heeft, is hij gerechtigd het betaalde van de schuldeiser terug te vorderen.”
  • DVZ publiceerde op zijn website een formulier om terugbetaling te vragen als je te veel of onterecht hebt betaald.
  • DVZ betaalt op aanvraag met een speciaal terugbetalingsformulier ook alle retributies terug die betaald werden voor een verblijfsaanvraag tussen 2 maart 2015 en 26 juni 2016.
  • DVZ betaalt op aanvraag met een ander speciaal terugbetalingsformulier ook een deel van de retributies terug die betaald werden voor een verblijfsaanvraag tussen 1 maart 2017 en 2 januari 2019.
  • DVZ ging er dus vanuit dat voor een verblijfsaanvraag tussen 27 juni 2016 en 2 januari 2019 wel een retributie kon gevraagd worden aan de bedragen die vastgesteld werden in het KB van 8 juni 2016 (dat in werking trad op 27 juni 2016).
    • Wie dit wil betwisten, kan het algemene DVZ-formulier voor terugbetaling van een onterechte betaalde retributie invullen "wegens andere reden": aangezien Raad van State-arrest nr. 245.404 heeft vastgesteld dat deze bedragen niet correct bepaald en gemotiveerd zijn, en dat deze onwettigheid niet geremedieerd is door het KB van 8 juni 2016, moet dat KB buiten toepassing gelaten worden.
    • Dit kan ook voor de rechtbank ingeroepen worden op grond van artikel 159 Grondwet.
  • DVZ ging er ook van uit dat er voor alle aanvragen vanaf 3 januari 2019 opnieuw een retributie gevraagd mocht worden aan de verhoogde bedragen vastgesteld in het KB van 12 november 2018 (dat in werking trad op 3 januari 2019).
    • Wie dit wil betwisten, kan het algemene DVZ-formulier voor terugbetaling van een onterecht betaalde retributie invullen "wegens andere reden": aangezien Raad van State arresten nr. 245.403 en 245.404 hebben vastgesteld dat de basis- en verhoogde bedragen niet correct bepaald en gemotiveerd zijn, en dat deze onwettigheid niet geremedieerd is door het KB van 12 november 2018, moet dat KB buiten toepassing gelaten worden.
    • Dit kan ook voor de rechtbank ingeroepen worden op grond van artikel 159 Grondwet.

Meer info