Hoe lang heb je recht op maatschappelijke dienstverlening?

In het kort

Vreemdelingen die wettig in België verblijven en niet in staat zijn menswaardig te leven, kunnen aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening vanwege het OCMW. Voor Unieburgers en hun familieleden en voor familieleden van Belgen geldt een tijdelijke uitsluiting. In bepaalde gevallen kan een beroep op maatschappelijke dienstverlening leiden tot verlies van het verblijfsrecht. 

Start, behoud en verlies

Je hebt een recht op maatschappelijke dienstverlening vanaf het moment dat je niet menswaardig kan leven.

Als wordt vastgesteld dat je op het ogenblik van de aanvraag niet menswaardig kon leven, moet het OCMW maatschappelijke dienstverlening toekennen vanaf de datum van de aanvraag tot steun.

Retroactieve steunontvangen voor de periode van vóór de aanvraag is niet mogelijk (HvC, 17 december 2007 en HvC, 9 februari 2009). Je kan immers geen maatschappelijke dienstverlening toegekend krijgen voor een periode in het verleden. Enkel als de gevolgen van een mensonwaardig leven in het verleden je beletten nu menswaardig te leven, kan je steun krijgen. 

Ga je voor een tijdje naar het buitenland, dan moet je dit op voorhand meedelen aan het bevoegde OCMW. Je vermeldt ook de duur en de reden van je verblijf in het buitenland. Het OCMW kan de maatschappelijke dienstverlening schorsen wanneer je langer dan vier weken per kalenderjaar in het buitenland verblijft. Het OCMW is hiertoe niet verplicht, het kan ook beslissen om rekening te houden met uitzonderlijke omstandigheden die het langere verblijf in het buitenland rechtvaardigen (bv. overmacht).

Als je OCMW-steun geniet tijdens je verblijfsprocedure of tijdens je voorwaardelijke verblijfsrecht, dan kan je je verblijfsrecht verliezen. Als je onwettig verblijft, heb je enkel recht op dringende medische hulp.    

Meer info

Wetgeving