Arbeidsrechtbank Antwerpen - 16/2081/A - 29-09-2016

Samenvatting

Het OCMW weigert echter de installatiepremie toe te kennen omdat de woning naar het oordeel van het OCMW een ongeschikte woning is. De verhuurder zou gekend zijn als huisjesmelker en het pand als een plaats voor prostitutie en drugsdealers.
 
Het OCMW verwijst naar haar beleidsmaatregelen voor huurwaarborgen en installatiepremies die gebaseerd zijn op de Vlaamse Wooncode (Decreet van 15 juli 1997, BS 19 augustus 1997).
 
(…)
 
Ofschoon de rechtbank de bekommerdheid over de woonkwaliteit en het recht op menswaardig wonen volkomen kan bijtreden, dient vastgesteld te worden dat het OCMW van Antwerpen een bijkomende voorwaarde oplegt voor het toekennen van een installatiepremie, met name de woonkwaliteit (en bij uitbreiding veiligheids- en gezondheidsvereisten).
 
Deze voorwaarde is wettelijk niet voorzien en kan dus door het OCMW niet opgelegd worden als bijkomende toekenningsvoorwaarde. Bovendien is het zo dat de installatiepremie als doel heeft om de inrichting en de uitrusting van de woning te bekostigen (artikel 2 § 2 KB Installatiepremie). Dit omvat zowel meubelen, elektrische apparaten (koelkast), de huisraad (borden, bestek, handdoeken, …) als de aankleding (gordijnen, verf, verlichting, …) en de aansluitkosten van een woning. Het OCMW kan bij de uitbetaling en begeleiding van de heer X de klemtoon leggen op de aankoop van voor hem duurzame zaken die meeneembaar zijn (en zijn vermogen vergroten) dan eerder te investeren in zaken die enkel de verhuurder ten goede komen.
 
(…)
 
De heer X beantwoordt aan alle toekenningsvoorwaarden voor het verkrijgen van een installatiepremie. Het OCMW kan de woonkwaliteit niet als bijkomende toekenningsvoorwaarde opleggen om de installatiepremie te weigeren.